Natuurjournaal 8 februari 2021

In de winter komen er nogal wat vogels onze kant op om hier tijdelijk te verblijven. Daar zitten de mooiste soorten tussen. De nonnetjes zijn al in een eerder journaal langsgekomen. Deze zaagbekken hebben echter ook grotere broers en zussen, zoals de grote zaagbek. Deze vogel overwintert in Nederland en is nog steeds te vinden in grote, zoete wateren als meren en rivieren. Het mannetje van de grote zaagbek heeft een zwarte rug en een zwartgroene kop met een knalrode snavel. De buik daarentegen, is roomwit tot soms bijna geel. Daarom worden deze vogels ook wel ‘boterbuiken’ genoemd. Grote zaagbekken vangen vooral visjes. Ontsnappen kan niet: in de buitenrand van de bek zit zowel onder- als bovenin een rij haakjes die naar binnen wijzen. Een vis die daar tussenkomt maakt geen enkele kans.

De perentak is, naast een deel van een perenboom, ook een nachtvlinder. Deze soort komt algemeen voor in heel Nederland en de mannetjes vliegen nu. Vrouwtjes kunnen niet vliegen, maar zijn wel te zien op boomstammen, vooral na zonsopkomst. Daar kruipen ze omhoog om eitjes te leggen. Mannetjes zijn in de buurt van bossen te vinden en komen af op licht. Kijk bijvoorbeeld eens bij een fietstunnel of een lantaarnpaal. De naam perentak komt overigens van de vorm van de rups: die lijkt op een takje.

Tekst: Mike Hirschler, IVN & Marjolein Mooij, NatureToday.nl
Foto’s: Piet Munsterman, Saxifraga; Ab H. Baas, Saxifraga