Oudste pissebed van Nederland gevonden
Naturalis Biodiversity CenterEen internationaal team van paleontologen van de Universiteit Utrecht, de Ludwig Maximilians-Universität München, de Rijksuniversiteit Groningen en de Werkgroep Muschelkalk Winterswijk tekende voor deze ontdekking. Het bijzondere fossiel is vanaf 8 juni te bewonderen in Naturalis Biodiversity Center.
Pissebed leefde in zee
Pissebedden leven niet alleen in donkere plekken of onder stenen: ongeveer de helft van alle soorten pissebedden leeft in zee. Dit is op zich niet opmerkelijk, aangezien pissebedden nauw verwant zijn aan krabben en kreeften. Ook de Winterswijkse pissebed leefde in zee. De nieuwe soort is door de onderzoekers Gelrincola winterswijkensis genoemd, naar de vindplaats van het fossiel. ‘Gelrincola’ verwijst naar de provincie Gelderland, ‘winterswijkensis’ naar Winterswijk.
De eerste pissebedden verschenen zo’n 300 miljoen jaar geleden, tijdens het Carboon. Overblijfselen met een ouderdom als die van Gelrincola winterswijkensis zijn er niet veel. Ook van voor het Trias zijn slechts tien soorten pissebedden bekend. Uit de tijdperken na het Trias zijn er meer pissebeddensoorten bekend. Tegenwoordig leven er meer dan tienduizend soorten van deze schaaldieren.
Steeds completer beeld van het ecosysteem van toen
Het Winterswijkse diertje stamt uit het Midden-Trias, een periode met een ouderdom van 247 tot 242 miljoen jaar geleden. Destijds bevond Winterswijk zich aan de rand van een grote binnenzee, de zogenaamde Muschelkalkzee. Langs de kust van deze Muschelkalkzee bevonden zich uitgestrekte getijdenvlakten waar veel overblijfselen van dieren in de kalkmodder bewaard zijn gebleven. In Winterswijk tref je zowel fossielen aan die uit zee afkomstig zijn als resten van dieren die op het land leefden. Dit levert een grote verscheidenheid aan fossielen op, waaronder zeereptielen (zoals Nothosaurus), vissen, schelpen, slakken, ammonieten, kreeften, een degenkrab, plantenresten, stuifmeelkorrels, voetsporen van op land levende reptielen, en zelfs fossiele insecten. Aan deze fossiele biodiversiteit kan nu ook een zeepissebed worden toegevoegd. Zo ontstaat er dus een steeds completer beeld van het ecosysteem van destijds.
Een bijzondere groeve bij Winterswijk
Ongeveer 250 miljoen jaar geleden, tijdens het Trias, stierf wereldwijd meer dan negentig procent van alle dier- en plantensoorten uit na een catastrofale klimaatverandering, waarschijnlijk als gevolg van enorme vulkaanuitbarstingen. In de periode die volgde, herstelde het leven zich langzaam. Dit maakt het Trias een extreem interessante periode. Gesteenten uit die periode komen in ons land slechts voor in de steengroeve van Winterswijk. Komende zomer gaan Naturalis Biodiversity Center en de Universiteit Utrecht daar samen verder zoeken naar fossielen. Naast de steengroeve komt een nieuw bezoekerscentrum, waar de belangrijkste fossielen uit de groeve worden tentoongesteld.
Publicatie
De vondst van Gelrincola winterswijkensis staat beschreven in een publicatie die op 17 mei verscheen: ‘Triassic Isopoda – three new species from Central Europe shed light on the early diversity of the group’.
Tekst: Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Erik-Jan Bosch, Naturalis Biodiversity Center; Mario Schädel & Joachim Haug