Oevers en beekmondingen Maas natuurvriendelijk ingericht
RijkswaterstaatBij de oevers die nu op de schop gaan, gaat het om vijftien locaties tussen Reuver in Limburg en Alphen in Gelderland, met een totale lengte van tien kilometer. Op al deze trajecten wordt de stenen bestorting tot één meter onder de waterlijn verwijderd. Zo krijgen natuurlijke processen als afkalving en aanzanding weer de ruimte en ontstaat er gaandeweg een oever met ondiep water en rivierstrandjes; een aantrekkelijkere leefomgeving voor waterplanten, vissen en kleine waterbeestjes (macrofauna) die horen in de Maas. Op enkele trajecten wordt tevens een deel van de oevergrond afgegraven en afgevoerd. Rijkswaterstaat wil hiermee voorkomen dat in de eerste periode na het ‘ontstenen’ een overmaat aan afgekalfde grond hinder voor de scheepvaart zou kunnen veroorzaken.
Beekmondingen
Elke beekmonding is uniek. Per beek is daarom maatwerk nodig. De maatregelen zijn afgestemd met de waterschappen en kunnen bestaan uit het weghalen van de bestorting op de bodem en/of oever en het plaatsen van rivierhout, maar ook uit het ophogen van de bodem. Dat laatste is nodig bij beekmondingen die nu continu te diep onder water staan. Bij deze ‘verdronken’ mondingen wordt bekeken of het helpt om een soort drempel aan te brengen; een constructie van keien die de instroom van Maaswater moet verminderen. Ook zorgt dit ervoor dat het zand dat door de beek afgevoerd wordt, niet in de rivier verdwijnt maar in de monding blijft liggen. Een minder diepe beekmonding is rijker aan leefgebieden voor flora en fauna en verbetert de lokstroom voor vis in de Maas. Het beekwater bevat namelijk een specifieke geur, die bepaalde vissen als het ware de beek in moet lokken. Op die manier vinden ze de weg naar hun paaigrond. Vissen kunnen de drempel via een inkeping gemakkelijk passeren.
Rivierhout
Dood hout vormt onder water een soort koraal waar het al snel krioelt van het leven. Het is dan ook een waardevolle schakel in de voedselketen en hoort van nature thuis in een rivier. Op de trajecten Vierlingsbeek en Wellerlooi worden tussen de kribben enkele bomen als rivierhout in de Maasoever neergelegd. Stevig verankerd met kettingen aan stalen binten om wegdrijven te voorkomen. Het gaat hier niet om de zogenoemde bakenbomen, maar om bomen die tussen de bestortingsstenen zijn gegroeid en anders gerooid en versnipperd zouden worden om de bestorting te kunnen verwijderen. Ook enkele beekmondingen zullen worden voorzien van rivierhout.
Werkzaamheden
Aannemer Martens en Van Oord werkt tot november de verschillende locaties af. Wanneer een oever of beekmonding aan de beurt is, hangt af van de planning van de aannemer. De werkzaamheden vinden direct aan de waterkant plaats – buiten het vaarwater – en brengen naar verwachting niet of nauwelijks hinder met zich mee. Wel kan de oever of uiterwaard tijdens de werkzaamheden voor de veiligheid tijdelijk zijn afgesloten. Weghalen van bestorting duurt meestal enkele dagen. Waar wordt gegraven zal de aannemer naar verwachting enkele weken aan het werk zijn. Transport van vrijgekomen bestortingsmateriaal en grond vindt hoofdzakelijk over water plaats. Kleinere hoeveelheden worden eventueel over de weg afgevoerd. De mogelijkheid bestaat dat de verwijderde bestorting na het ontstenen tijdelijk opgehoopt in de ondiepe oeverzone blijft liggen. Dit wordt dan later per schip afgevoerd om het aantal transporten beperkt te houden. Omdat dit materiaal buiten het vaarwater ligt, heeft de scheepvaart er geen last van. Waar nodig plaatst de aannemer nieuwe radarbakens om het vaarwater te markeren.
Op weg naar 2027
Zorgdragen voor een goede ecologische waterkwaliteit is een belangrijke taak voor Rijkswaterstaat volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat geldt voor alle oppervlaktewateren en dus ook voor de Maas. De Maas kreeg de afgelopen 150 jaar een sterk kanaalachtig karakter door het bouwen van stuwen, afsnijden van meanders en met steen vastleggen van de oevers. Dat bleek niet gunstig voor het waterleven. Rijkswaterstaat voert daarom in samenwerking met andere partijen al langere tijd langs de gehele rivier ecologische herstelmaatregelen uit. De KRW-opgave loopt nog door tot en met 2027. Ingenieursbureau Arcadis voert de komende jaren in opdracht van Rijkswaterstaat de planstudie uit voor de resterende opgave aan natuurvriendelijke oevers, geulen, uiterwaardvergravingen en diverse beekmondingen. Het werkgebied loopt van Eijsden in Zuid-Limburg tot aan de A27 bij Keizersveer. De maatregelen die uitvoerbaar zijn worden telkens gebundeld in werkpakketten en vervolgens door Rijkswaterstaat op de markt gezet.
Meer informatie
- Rws.nl/maasoevers
- Of bel gratis met de publieksinformatielijn van Rijkswaterstaat: 0800-8002
Tekst: Rijkswaterstaat
Foto's: Egon Notermans (leadfoto: plaatsen van rivierhout); Hans Bakker; Rijkswaterstaat