Opnieuw te weinig jonge grutto’s in 2017
Vogelbescherming NederlandSinds 2011 wordt het totaal aantal jonge grutto’s in Nederland geschat op basis van wetenschappelijk onderzoek. Jaarlijks worden onder coördinatie van de Rijksuniversiteit Groningen enkele honderden jonge grutto’s van individuele kleurringcombinaties voorzien. Vervolgens wordt tussen half juni en half augustus op verzamelplaatsen gekeken welk deel van de aanwezige jongen kleurringen draagt. Op basis daarvan berekent Sovon Vogelonderzoek Nederland het totale aantal gruttojongen dat groot wordt, en de onzekerheidsmarge rondom deze schatting (in 2017 8600 tot 18.000). Het ring- en telwerk wordt uitgevoerd door tientallen vrijwilligers en professionals. In de zeven jaar dat het onderzoek loopt, bleek het aantal gruttokuikens dat daadwerkelijk uitvliegt stelselmatig te laag.
6.000 jongen te weinig
Circa 12.000 gruttokuikens werden er dit jaar groot. Om de huidige populatie (nu circa 34.000 paren) op peil te houden zouden er het afgelopen broedseizoen circa 18.000 jongen groot moeten zijn geworden. Want behalve de aantallen vliegvlugge jongen heeft het grutto-onderzoek ons de afgelopen jaren ook geleerd dat grutto’s gemiddeld minder oud worden dan tot dusver werd aangenomen.
Het kan wél
De uitkomsten zijn voor Vogelbescherming opnieuw een signaal dat het weidevogelbeheer in Nederland snel een flinke kwaliteitsstap moet maken. Want als het aantal jongen niet toeneemt, zal de grutto in aantal achteruit blijven gaan. Omdat het overgrote deel van de Noordwest-Europese grutto’s in Nederland broedt, heeft ons land een grote internationale verantwoordelijkheid voor deze bedreigde vogel. Vogelbescherming pleit daarom voor beter weidevogelbeheer en het fors uitbreiden van de schaal van weidevogelbeheer. Vogelbescherming laat samen met weidevogelboeren allang zien dat het heel anders en succesvol kan. Maatwerkprojecten in Amstelland, Eemland en Terschelling laten zien dat er nog een toekomst is voor weidevogels in Nederland. Het aantal grutto’s op de weides van deze weidevogelboeren is stabiel of neemt zelfs toe.
Gunstig weer deed grutto’s goed
Het enige lichtpuntje van broedjaar 2017 is dat er meer jongen uitvlogen dan de afgelopen zes meetjaren het geval was. Was 2016 nog een absoluut dieptepunt, in 2017 waren het er circa 12.000. Waarom ging het dit jaar minder slecht dan afgelopen jaren? Grutto-beschermer Gerrit Gerritsen van Vogelbescherming Nederland noemt als mogelijke oorzaak: "Een groot deel van het broedseizoen was het gunstig weer voor de kuikens. Doordat het warm was waren er voldoende insecten, en daarvan zijn weidevogelkuikens afhankelijk. Zelfs op percelen met het levenloze raaigras waren voor sommige gruttokuikens nog net voldoende insecten bij elkaar te scharrelen. Die kuikens hadden het daar normaal gesproken nooit gered. Dat maakt het verhaal tegelijkertijd ook wel weer triest. De weersomstandigheden waren perfect, maar zelfs nu werden de minimale aantallen gruttojongen niet gehaald. Stel je voor wat voor boost dit voor de gruttopopulatie in Nederland had kunnen betekenen, als er meer bloemrijk grasland voorhanden was geweest. Dan had de gruttopopulatie in Nederland na jaren eindelijk weer eens kunnen groeien. Nu is de populatie toch weer gewoon gekrompen, helaas. Maar gelukkig lijkt er bij overheid, bedrijfsleven en boeren nu ook een besef van urgentie te komen. Het lijkt erop dat ze na jarenlang lobbyen van Vogelbescherming Nederland eindelijk bereid zijn er iets aan te gaan doen. De Nederlandse overheid zal dat trouwens wel moeten. Ze is daartoe verplicht op basis van de Europese Vogelrichtlijn."
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jouke Altenburg; Jan Lok; Jankees Schwiebbe, BirdPhoto