Noordse stormvogels wegwijzers in het internationale zeebeleid
Wageningen Marine ResearchDe stand van zaken word vastgelegd in het kader van de Europese Kader Richtlijn Marien (KRM). In de KRM hebben Europese lidstaten afgesproken dat zij toe zullen werken naar een zogenaamde ‘Goede Milieu Toestand (GMT)’, met bijbehorende doelstellingen die in het jaar 2020 bereikt moeten worden.
Op de portal zijn nu de resultaten van tussentijdse milieumetingen tot en met 2014 gepubliceerd. Voor de zwerfvuilsituatie worden de KRM-indicatoren besproken voor afval op stranden, afval op de zeebodem en de hoeveelheden plastics in magen van noordse stormvogels. Wageningen Marine Research heeft in opdracht van Rijkswaterstaat de internationale stormvogelevaluatie voor OSPAR verzorgd.
Goede Milieu Toestand nog ver weg
Onderzoek aan maaginhouden van noordse stormvogels rondom de hele Noordzee is rond 2002 opgestart. De gegevens voor vijf verschillende deelgebieden laten zien dat er sindsdien tot 2014 weinig is veranderd. In het Kanaal is de vervuiling het ergst, maar de hele Noordzee is beduidend vuiler dan gebieden verder naar het noorden. Ruim 90% van de stormvogels uit de Noordzee heeft wel enig plastic in de maag. Bij zo’n 58% zit zelfs meer dan de drempelwaarde van 0.1 gram plastic in de maag.
OSPAR heeft een langetermijndoelstelling vastgelegd waarbij nog hoogstens 10% van de dieren de drempelwaarde van 0.1 gram mag bereiken. In de Europese KRM is nog geen strak doel voor het jaar 2020 vastgelegd. Maar het plasticniveau en gebrek aan aantoonbare trends tot 2014 maken duidelijk dat er nog veel moet gebeuren. De OSPAR landen hebben daartoe in 2014 een regionaal actieplan opgesteld.
Tekst: Wageningen Marine Research
Foto's: Rob Felix, Saxifraga; Wageningen Marine Research