Genieten van de campinguilen
Vogelbescherming NederlandHet is een cliché dat maar al te waar is. Kamperen brengt je dichter bij de natuur. Vooral ‘s nachts ritselt, kraakt, piept (en snurkt) het tussen de bomen. Deze tijd van het jaar zijn het vooral jonge ransuilen die de aandacht trekken, eerder in het jaar zijn dat jonge bosuilen.
Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze ’s nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven. Het gegil, gekrijs en gekras geeft de camping een lekker spookachtige dimensie en veel mensen zullen hun tentritsen stevig dichttrekken.
Ransuiljongen laten om de paar seconden een schril piepgeluid horen, soms klinkt het bijna hartverscheurend zielig. Het is zo hoog van toon dat sommige mensen het niet kunnen horen. Als het geluid van meerdere kanten komt, betekent dat dat er meerdere jongen aanwezig zijn. Toch valt het vaak niet mee de ransuilen te lokaliseren, want het geluid draagt soms wel meer dan een kilometer ver.
De roep van jonge bosuilen die eerder het nest verlaten, is meer krijsend, schor. Luister hier naar het verschil.
De kleine en de witte
Tijdens campingnachten heb je de grootste kans op het horen (en soms zien) van ransuilen en bosuilen. Maar met een beetje geluk kun je ook een steenuil aantreffen, de kleinste in ons land broedende uilensoort. Die kan behoorlijk luidruchtig zijn en een heel scala van doordringende kreten produceren. De schelle contactroep heeft menig kampeerder de stuipen op het lijf gejaagd.
Met veel geluk zou je ook een kerkuil op het kampeerterrein kunnen zien rondzwerven. In de vlucht meteen herkenbaar aan het witte verenkleed. Ze vliegen volledig geluidloos, maar als ze van zich laten horen, dan weet je meteen dat ze de horror-traditie van uilen eer aan doen, want hun ijselijke kreten gaan door merg en been.
Een vrachtwagen naast je tent
Wie in Zuid-Europa kampeert, maakt kans op nog een extra uilenattractie: de dwergooruil. Een superieur gecamoufleerde vogel die zelfs wat kleiner is dan de steenuil. Overdag eigenlijk niet waar te nemen, maar hoe anders is dat ’s nachts.
De dwergooruil slaakt geen enge kreten, maar laat een eindeloos herhaalde ver dragende fluittoon horen. En als je geluk hebt gaan man en vrouw dwergooruil een duet aan en valt op dat de fluittoon van het vrouwtje net iets hoger is. Soms komen ze zo dichtbij, dat het lijkt of een vrachtwagen op het punt staat achteruit rijdend je tent te raken.
Al deze uilen laten zich dus vooral horen. En met geluk, een goede verrekijker en vasthoudendheid zijn ze soms ook heel fraai te zien. Maar geniet vooral van het spookachtige nachtconcert. Geen kampeerder? Bedenk dan dat je behalve op de camping, al deze geluiden ook kunt horen tijdens een late wandeling door bos, park of natuurgebied.
Tekst Vogelbescherming Nederland
Foto’s: SOVON; Martin Mollet, Saxifraga; Jankees Schwiebbe, BirdPhoto; Hugo Willockx