Natuurbeheer door boeren moet minder vrijblijvend en beter beloond
Wageningen UniversityTegelijkertijd moeten boeren niet slechts een ‘compensatie’ ontvangen voor agrarisch natuurbeheer, maar een royale beloning. En agrarisch natuurbeheer moet een gedeelde verantwoordelijkheid worden van boeren, overheden, maar ook van bedrijven in de agri-foodketens, banken en andere stakeholders. Dit betoogt prof. dr. Hens Runhaar, buitengewoon hoogleraar Beheer van biodiversiteit en agrarisch landschap aan Wageningen University & Research in zijn inaugurele rede op 22 september.
Schaalvergroting en intensivering van het agrarisch land hebben de laatste decennia geleid tot een drastische verandering van het agrarisch landschap. Heggen en houtwallen werden gerooid, grondwaterpeilen verlaagd, graslanden en akkers steeds monotoner, er wordt steeds vroeger en vaker gemaaid et cetera. Planten- en diersoorten zijn in aantallen en variëteit sterk afgenomen. Zo staan weidevogels zoals de typisch Nederlandse grutto en kievit sterk onder druk.
In zijn inaugurele rede "Towards ‘nature-inclusive’ agriculture" gaat prof. Hens Runhaar in op de vraag hoe er kan worden gestuurd op een verandering van de landbouw waarbij economie, ecologie, landschapsherstel en andere maatschappelijke waarden meer in balans zijn: ‘natuurinclusieve’ landbouw. Daarvoor moeten vele barrières worden geslecht. 'Zo zijn de voordelen van natuurvriendelijk boeren minder zichtbaar dan die van de conventionele landbouw. Niet alleen voor de boeren zelf, maar ook voor consumenten,' verklaart prof. Runhaar. Maar ook zijn er belangen die strijdig kunnen zijn met een verandering richting natuurinclusieve landbouw. 'Een overgang naar natuurbeheer binnen de landbouw vergt daarom andere vormen van samenwerking tussen boeren, wetenschappers en bedrijven, naast nieuwe prikkels om boeren te stimuleren om hun negatieve ecologische impact te minimaliseren en maximaal te profiteren van natuurlijke processen, zoals biologische plaagbestrijding.'
Uitdagingen voor natuurbeheer binnen de landbouw
Prof. Runhaar onderzocht met collega’s tien bestaande initiatieven rondom nature inclusive agriculture. De resultaten zijn beperkt, vooral omdat deelname plaatsvindt op vrijwillige basis en de ecologische ambities laag zijn. Wellicht sorteren de nieuwe boerencollectieven in het stelsel van agrarisch natuurbeheer meer effect, meent prof. Runhaar. Dan moet wel aan een viertal condities voldaan worden: de boeren moeten gemotiveerd zijn, hun deelname moet minder vrijblijvend zijn, zij moeten in staat worden gesteld om deel te nemen én hun natuurbeheer moet niet worden belemmerd door bijvoorbeeld wetgeving.
Daarnaast is de rol van de consument nog lang niet genoeg verkend. 'Het is interessant te onderzoeken hoe consumenten gestimuleerd kunnen worden om iets meer te betalen voor natuurvriendelijke producten, zoals weidevogel-kaas of melk,' zegt prof. Runhaar. 'Een eerste stap daartoe zou zijn de burgers bewust te maken van wat er speelt in landbouwgebieden;ik ben bang dat dit bewustzijn erg laag is.'
Tenslotte zou natuurinclusief boeren een prominentere plek moeten krijgen in het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid en in de voedselketens, waarin momenteel fabrikanten, banken, retailers en zaadleveranciers de dienst uitmaken en boeren veelal gedwongen worden zoveel mogelijk te produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Natuur- en landschapsbeheer in agrarisch gebied moet dus ook door al die andere partijen omarmd worden.
Tekst: Wageningen University & Research
Foto: Kars Veling, De Vlinderstichting