Grote weerschijn breidt uit
De VlinderstichtingHet is een bijzondere vlinder, onder andere omdat hij zeldzaam is en maar op enkele plekken voorkomt, maar ook omdat hij op die vliegplaatsen in lage dichtheden voorkomt en je dus een kleine trefkans hebt. Maar er is meer; de naam grote weerschijnvlinder geeft informatie over het uiterlijk van de vlinder. De mannetjes zijn donkerbruin aan de bovenzijde met een paar lichte banen. Als de zon echter onder een bepaalde hoek op de vleugels schijnt krijgt de vlinder een prachtige blauwe glans. Een actieve vlinder zie je regelmatig met de vleugels klapperen en dan zie je dus steeds weer de kleur veranderen van zwartbruin naar felblauw.
Weerschijnvlinders zoek je niet, zoals veel andere vlinders, op bloemen, want daar worden ze zelden op gezien. Zeker de mannetjes hebben geen behoefte aan nectar. Wel hebben ze mineralen nodig en die halen ze met hun roltong van vochtige plekken op bospaden en slootkanten, maar ook op uitwerpselen van diverse dieren. Een veel gebruikte manier om deze vlinder te lokken is om stukjes sterk ruikende kaas neer te leggen op een bospad waar je de vlinder verwacht. Doe je dit om een uur of acht ’s ochtends dan kun je om een uur of tien de vlinder er op zien zitten en met zijn roltong de zouten uit de kaas zien nuttigen. Ook op aas, bijvoorbeeld een dode muis of konijn kun je weerschijnvlinders te zien krijgen. In het buitenland waar het vaak erg heet is zul je ook weerschijnvlinders op jezelf kunnen zien, want ook in ons zweet zitten mineralen waarop ze gek zijn.
Zoals gezegd was de grote weerschijnvlinder in de jaren negentig van de vorige eeuw een zeldzame vlinder die ook achteruit ging. Vanaf de eeuwwisseling zien we hem echter op steeds meer plekken verschijnen. Dat heeft enerzijds te maken met het ontstaan van goed leefgebieden in andere streken van het land, maar zeker ook met het gedrag van de vlinder.
Het lijkt er op dat hij veel meer zwerfgedrag vertoond dan vroeger en dus ook andere geschikte bossen in Noordwest-Overijssel, Groningen, Gelderland, Noord-Brabant en de Flevopolder bereikt. Het gaat wel altijd om relatief vochtige bossen en de waardplant, voornamelijk boswilg maar ook grauwe wilg, moet er in voldoende mate en niet te beschaduwd voorkomen. Zo is de soort jaarlijks aanwezig in de laagveenbossen van de Lindevallei en de Weeribben, maar ook in het Kuinderbos in de Noordoostpolder. Op bijgaand kaartje is te zien waar de grote weerschijnvlinder in 2016 al is gezien. De komende weken kunt u hem ook nog tegenkomen en we zijn benieuwd van hoeveel plekken ze uiteindelijk zullen worden gemeld op Waarneming en Telmee.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Cis Haarmans; Dick Groenendijk; Dini Hurenkamp