dwergjuffer op dopheide

Spectaculair! Dwergjuffer terug in Nederland?

De Vlinderstichting
14-APR-2016 - Tijdens de libellenstudiedag afgelopen zaterdag kwam er enerverend nieuws naar buiten. Er is een (kleine) populatie van de dwergjuffer ontdekt ergens in Oost-Nederland. De locatie wordt niet bekend gemaakt, want het is een kwetsbaar gebied. Komende jaren zal moeten blijken hoe groot de populatie is en of hij wijder verbreid is dan vorig jaar werd ontdekt.

Dwergjuffer, weer ontdekt in NederlandDe dwergjuffer (Nehallennia speciosa) is een uiterst zeldzame soort en in heel West-Europa sterk achteruit gegaan door aantasting van natuur en milieu. De laatste meldingen uit ons land dateren uit 1912 en 1955. Een enorme verrassing dus dat hij nu weer in Nederland opduikt, en een enorme opsteker voor het natuurbeheer.

De dwergjuffer doet zijn naam eer aan, want het is met 24 tot 26 millimeter een minuscule soort. De kleinste libel van Europa, als je het geel lantaarntje (Ischnura hastata) die in Europa alleen op de Azoren voorkomt niet meetelt. Het lichaam is niet alleen kort, maar ook zeer dun en de vleugels zijn naar verhouding kort. Het achterlijf en borststukrug zijn grotendeels metaalglimmend groen. De juffer heeft bleke poten en de pterostigma’s zijn eerst wit en later lichtgrijs.

 

 

 

Leefgebied van dwergjuffer in DuitslandHet is een soort van voedselarme moerassen, met een lage maar constante waterstand. Dergelijke situaties kunnen voorkomen in hoogveen, laagveen en verlandingszones van vennen. Belangrijk is een hoge dichtheid van kleine zeggensoorten of andere uit het water stekende ‘sprieten’. Daartussen zijn vaak kleine slenkjes aanwezig met ondergedoken waterplanten. De dwergjuffer vliegt van midden mei tot eind augustus, met een piek in de periode midden juni tot eind juli (vliegtijd in Midden-Europa). De larven overwinteren een of twee keer.

De ontdekking werd afgelopen zaterdag 9 april bekend gemaakt op de libellenstudiedag van de NVL. Hierbij werd de locatie niet genoemd en dat is maar goed ook. De soort komt voor in zeer kwetsbaar terrein dat erg gevoelig is voor betreding. Libellenliefhebbers worden daarom dringend gevraagd om niet zelf op zoek te gaan naar de plek en om in veen- en vennengebieden altijd op de paden te blijven. De komende twee jaar wordt nader onderzoek gedaan naar de populatieomvang en de precieze verspreiding. Pas als blijkt dat de populatie ‘veilig’ kan worden bezocht wordt bekeken of excursies kunnen plaatsvinden.

Tekst: Kars Veling & Tim Termaat, De Vlinderstichting
Foto’s: Christophe Brochard