Veelbelovend weer voor voorjaarspaddenstoelen
Nederlandse Mycologische VerenigingKleine bekertjes en schijfjes te kust en te keur
Er zijn momenteel opvallend veel kleine maar wondermooie bekertjes en schijfjes (zakjeszwammen) te vinden op allerlei dood organisch materiaal, zoals op overjarige plantenstengels. Oorzaak van al dat moois zijn de ideale weersomstandigheden van de afgelopen week. Genoeg vocht in de vorm van buien en een nachtelijke temperatuur van enkele graden boven nul zijn voor veel soorten ideaal. Het is daarom geen overbodige luxe om een loep mee te nemen als je er op uit trekt. Hiermee kun je al dat moois zelf ontdekken door plantenstengels te controleren. Zelfs in eigen tuin of balkon kunnen deze minibekertjes en -schijfjes worden gevonden, als er maar dood organisch materiaal te vinden is.
De laatste winterpaddenstoelen zullen inmiddels wel plaats hebben gemaakt voor de eerste voorjaarspaddenstoelen. Met de enkele overgebleven winterpaddenstoelen, zoals kelkzwammen, maakt allerlei klein gedierte momenteel korte metten. Tijdens kwakkelwinters kunnen voorjaarspaddenstoelen al vroeg verschijnen. De eerste Cedergrondbekerzwammen (Geopora sumneriana) werden op een bekende groeiplaats bij een oude Ceder al in januari gezien. In die maand werden ook enkele Zilverige satijnzwammen (Entoloma sandersii) waargenomen bij jonge Iepen in West-Friesland op zware klei. Nadat de nachtvorst de kop op stak was het gedaan met deze vroege verschijningen. Nu de nachtvorst weer is verdwenen bestaat er een kans dat ze weer verschijnen.
Nonnenkapkluifzwammen op een bijzondere locatie
Door een combinatie van een matige temperatuur met af en toe een bui verschijnen de grotere voorjaarspaddenstoelen in rap tempo. De tijd is aangebroken voor allerlei spectaculaire soorten zoals kluifzwammen, morieljes, bekerzwammen, kegelzwammen en satijnzwammen. Op 21 maart was er een onverwacht vroege melding van de Nonnenkapkluifzwam (Helvella spadicea, Rode Lijst Bedreigd) in een zanderige, kalkrijke berm met populieren in de gemeente Zaanstad. Deze eigenaardig vroege waarneming van een Nonnenkapkluifzwam riep nogal wat vragen op. Hoe kon de Nonnenkapkluifzwam zich ontwikkelen terwijl het de nachten ervoor nog geregeld vroor?
Het antwoord hierop zou kunnen zijn dat ondergrondse leidingen en/of buizen in de berm warmte afgeven waardoor de Nonnenkapkluifzwammen zich konden ontwikkelen, ondanks de lage bovengrondse temperatuur. In gezelschap van de Nonnenkapkluifzwam werd veel bloeiend Deens lepelblad aangetroffen. Het Deens lepelblad komt in Nederland algemeen voor langs wegen waar 's winters pekel wordt gestrooid tegen de gladheid. Dat Nonnenkapkluifzwammen op dergelijke min of meer zilte bermen kunnen worden gevonden is vrijwel onbekend.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Martijn Oud (leadfoto: kapjesmorieljes); Piet Brouwer