Kalkgraslanden zijn Mekka voor wilde bijen
Stichting BargerveenBloembezoekers tellen
In een meerjarig onderzoek naar effecten van begrazing op kalkgraslanden worden ook de bloembezoekers onderzocht. Met slechts vier telrondes werden maar liefst 160 soorten bijen, zweefvliegen, dagvlinders, wespen, blaaskopvliegen en wapenvliegen geteld, samen goed voor 2933 individuen. Naast algemene soorten als Aardhommel, Akkerhommel, Steenhommel en de Honingbij zijn er ook 30 soorten aangetroffen die in Nederland (zeer) zeldzaam zijn en 34 soorten die karakteristiek zijn voor kalkgraslanden.
Karakteristiek, zeldzaam en bedreigd
Van de bloembezoekers waren de bijen met 1391 individuen en 67 soorten het best vertegenwoordigd.
De schrale kalkgraslandhellingen zijn zeer in trek bij warmteminnende bijensoorten. Veel van deze bijen zijn in Nederland zeldzaam en staan op de Rode Lijst als bedreigd of ernstig bedreigd, zoals de Knautiabij (Andrena hattorfiana). Deze soort gebruikt vrijwel uitsluitend stuifmeel van Beemdkroon (Knautia arvensis) als voedsel voor haar larven, een plantensoort die op de kalkgraslanden veel voorkomt. Ook de zeldzame Rotsbehangersbij (Megachile pilidens) werd verschillende malen aangetroffen. Deze karakteristieke en zeer zeldzaam soort is pas in 2005 voor het eerst in Nederland is gevonden.
Spectaculair
Spectaculair is de vondst van de Schubhaarkegelbij (Coelioxys afra) waarvan tot nu toe slechts één populatie in Nederland bekend was. Deze koekoeksbij parasiteert op de Rotsbehangersbij. Net als bij vogels legt de parasiet haar ei in het nest van de gastheer, waarna de larve van de kegelbij als eerste uitkomt en zowel het ei als de aangelegde voedselvoorraad van de behangersbij opeet. Ook de vondst van Grote harsbij (Anthidium byssinum) en de Lichte koekoekshommel (Bombus barbutellus) zijn bijzonder. Van de Grote harsbij zijn recent slechts twee geverifieerde waarnemingen gedaan in Nederland na een afwezigheid van enkele decennia. Van de Lichte koekoekshommel was in Nederland in 2007 de laatste zekere waarneming gedaan.
Op dit moment wordt het OBN-onderzoek naar de effecten van gefaseerde begrazing op kalkgraslanden afgerond. Het eindrapport met aanbevelingen voor beheer verschijnt over enkele weken.
Tekst: Jan Kuper & Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen
Foto’s: Jan Kuper, Stichting Bargerveen (leadfoto: knautiabij); Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen