Scholieren in de bres voor West-Vlaamse Vinpootsalamander
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Scholieren van het 6de jaar natuur- en groentechnische wetenschappen van het LTI Oedelem werken voor hun eindwerk aan een project rond de Vinpootsalamander. Ze brengen de populaties in kaart in Zevenkerke en Beisbroek en onderzoeken de uitbreidingsmogelijkheden in het gebied. Op basis van hun bevindingen willen ze maatregelen nemen om het leefgebied voor de salamander te verbeteren in West-Vlaanderen.
Eerst zullen de leerlingen, samen met het Regionaal Landschap Houtland, de verspreiding van de Vinpootsalamander in de twee gebieden in kaart brengen. Per poel zullen ze onderzoeken welke kikkers, padden en salamanders er voorkomen. Daarnaast zullen ze nagaan hoe het zit met de chemische en biologische waterkwaliteit door nitriet- en nitraatgehalte te meten en door een uitgebreide inventarisatie van alle waterplanten die in en rond de poel voorkomen. Die gegevens moeten het mogelijk maken om poelen te lokaliseren die geschikt zijn voor de Vinpootsalamander.
De bedoeling is om geschikte poelen daarna met elkaar te verbinden, of om voorstellen te doen om op bepaalde locaties nieuwe poelen te graven. Die maatregelen moeten de soort nieuwe kansen geven, en dat is nodig. De kleinste salamander van ons land is momenteel niet bedreigd in België, maar in de provincie West-Vlaanderen scoort de soort het slechtst. Dat heeft te maken met het gebrek aan bosrijk gebied in de provincie: de soort verkiest vooral waterpartijen (poelen, karrensporen, vennen, vijvers, bronnen) in bossen of aan de rand ervan. Belangrijke populaties zijn in de Antwerpse en Limburgse Kempen te vinden.
Op West-Europese schaal gaat de soort flink achteruit. Dat heeft vooral te maken met de bedreigingen van bosbouw en het asfalteren van wegen, waardoor er geen bandensporen meer in gegroefd worden. Ook het drukke wegverkeer tijdens de voorjaarstrek vormt een bedreiging. Bij de diverse paddenoverzetacties worden elk jaar naast padden ook vele salamanders van een platte dood gered.
De Vinpootsalamander wordt ook draadstaart- of zwemvoetsalamander genoemd. De mannetjes worden 8 cm lang, de vrouwtjes iets groter, tot 9 cm. De Vinpootsalamander is hiermee kleiner dan zijn aanverwante soort, de Kleine watersalamander. De mannetjes zijn in de late lente herkenbaar aan de zwarte zwemvliezen tussen de achtertenen en het draadje aan het uiteinde van de staart. De rug is lichtbruin tot olijfgroen. De Vinpootsalamander heeft daarnaast ook een lichtgele tot oranjeachtige lengtestreep op de buik en een ongevlekte keel. Bij de vrouwtjes is er op de onderzijde van het lichaam nauwelijks enige vlektekening aanwezig.
Door de inspanningen van de scholieren in Zevenkerke en Beisbroek, kan het leefgebied van de Vinpootsalamander aanzienlijk verbeteren. Een belangrijk project dus. Zin om het project op de voet te volgen? Dat kan via deze Facebookpagina.
Tekst: Hendrik Moeremans, Natuurpunt & LTI-Oedelem
Foto: LTI-Oedelem & Hugo Willockx