Gekuifde zijdestaartjes kleuren nakende winter
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie op 9 november 2012
Kleurrijke vogels worden vaak gelinkt aan exotische bestemmingen. Dat klopt meestal ook. Maar niet zo bij de Pestvogel. Die ziet er top uit maar komt uit het koude noorden. En er lijkt weer een invasie op til.
De vorige invasie dateert van 2010-2011. Nog niet zo lang geleden, dus. Het wordt afwachten hoe deze golf Pestvogels (Bombycilla garrulus) ons land zal overspoelen. Vanaf 5 november worden er dagelijks exemplaren gemeld. Op zich is dit best opmerkelijk: vorige invasies werden doorgaans pas merkbaar in januari. Vanaf nu wordt het dus bessenstruiken kijken. De mogelijke beloning? Een close encounter met één van van de gezelligste, tamste en mooiste vogels uit Europa.
Pestvogels broeden vanaf de noordelijke helft van Scandinavië in vochtige naaldwouden. Van daaruit zet het broedgebied zich door in een smalle strook over het noorden, zowel in de Oude als in de Nieuwe Wereld. In de broedperiode leven ze er van insecten, in de winter schakelen ze over op bessen. Maar in jaren met weinig bessen in het noorden, zetten ze het op een zwerven, richting zuid, richting eten.
Een Pestvogel heeft qua formaat wat van een Spreeuw en ze vliegen ook wat als Spreeuwen: in kleine, dichte groepjes. In echte invasiejaren durven die groepen in de loop van de winter toenemen tot enkele honderden. De naam 'pestvogel' dateert uit de middeleeuwen, toen men dacht dat deze vogels de pest meenamen en de ziekte verspreidden. Niet onlogisch want deze fraaie vogels doken meestal op in erg strenge winters, winters waarin niet zelden ook de pest uitbrak. Het zijn pluizige dikzakjes met een trendy kuifje. De citroengele staartband geeft aan het wollige verenkleed een finishing touch.
In Nederland deden de Pestvogels hun intrede al op 26 oktober en beetje bij beetje zet de opmars zich verder. Doorgaans kent zo'n invasie een klassiek verloop met aanvankelijk enkelingen tot enkele tientallen. Maar ook dit lijkt nu anders: zowel in Nederland als in België worden al forse groepen gemeld met bv. 106 in Hoorn, 92 in Vlissingen, 45 in Kalmthout en 35 in Moeskroen. Ze zijn verzot op bessen van Gelderse roos maar ook andere besdragende struiken mogen de komende weken bezoek verwachten van deze rinkelende noordelingen. De verwachting is dat zowel in Nederland als België de aantallen snel zullen oplopen..
Hoe lang de 'babbelende zijdestaartjes' (de letterlijke vertaling van hun wetenschappelijke naam) hier zullen blijven is onduidelijk. De afgelopen weken trokken al duizenden Kramsvogels, Koperwieken en Zanglijsters door ons land en ook die pikten al hun besje mee. De Pestvogels moeten dus op zoek naar wat rest, al zijn ze niet echt kieskeurig en wordt ook een appel wel gesmaakt. Of er de ganse winter voldoende voedsel zal zijn voor deze hongerige bende, is maar zeer de vraag. Maar geen nood: is het eten op, dan gaat de tocht gewoon verder. Misschien zal deze invasie zich wel eens tot diep in Zuid-Europa kunnen doorzetten.
Ook enkele andere leuke wintersoorten kondigen zich aan. De voorbije weken werden al enkele Noordse Goudvinken en Witkopstaartmezen gemeld. Ook noordelingen en ook soorten die we hier niet jaarlijks over de vloer krijgen.
Zag je zelf een Pestvogel, meld dit dan zeker op www.waarnemingen.be. Voeg er liefst ook een foto aan toe. Ook al lijkt een Pestvogel voor een doorwinterde vogelaar onmiskenbaar, toch worden ze soms verward met bv. Kramsvogels.Geniet in elk geval van het bezoek van deze noordelijke bessensnoepers.
Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto’s: Johan Buckens