Meer dan honderd soorten wilde bijen in Deventer
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Het gaat goed met de bijen in Deventer. Dat blijkt uit het inventariserend onderzoek van Jan Smit en drie mede-onderzoekers dat in het kader van het ‘Jaar van de Bij’ is uitgevoerd. Er zijn 103 verschillende soorten wilde bijen gevonden in Deventer, wat veel meer is dan verwacht werd. Van deze soorten staan er negentien op de Rode Lijst.
In 1999 is een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in Deventer door bijendeskundige Arie Koster. Destijds zijn er vijftien locaties onderzocht en zijn hier in totaal 36 soorten wilde bijen gevonden. Van de door Koster onderzochte terreinen zijn er zes opnieuw geïnventariseerd, daarnaast zijn er twee extra terreinen meegenomen. Op deze acht terreinen zijn nu dus beduidend meer soorten gevonden dan in 1999, in totaal 103 soorten. Dit is veel meer dan verwacht werd.
Ruim 55 procent van alle wilde bijensoorten in Nederland staat op de Rode Lijst, waarmee bijen een van de meest bedreigde diergroepen in ons land zijn. In Deventer zijn van de Rode Lijst-soorten onder andere de Weidebij, de Ereprijszandbij, de Roodsprietwespbij, de Gedrongen wespbij en de Zwartbronsen Houtmetselwespbij gevonden. Ook wespen zijn meegenomen in het huidige onderzoek. In totaal zijn er 63 soorten wespen gevonden uit zeven verschillende families.
Jan Smit presenteerde de resultaten afgelopen dinsdag tijdens een zeer drukbezochte avond in Deventer georganiseerd door NME-centrum De Ulebelt, KNNV en de stadsecoloog Erik Lam van de gemeente Deventer. Mede-onderzoekers Frank van der Meer, Erik van der Spek en Wim Klein zijn net als Jan Smit “professionele amateur-onderzoekers” van de sectie Hymenoptera van de Entomologische vereniging. Smit overhandigde na afloop van de lezing het rapport ‘Wilde bijen in Deventer 2012’ aan wethouder Margriet de Jager. In het rapport zijn adviezen opgenomen omtrent het beheer van de openbare ruimte.
Succesfactoren voor wilde bijen zijn ondermeer de combinatie van voldoende bloemen en open, zanderige plekken. Per gebied konden de onderzoekers goede adviezen afgeven aan de gemeente voor toekomstig beheer, zoals minder en vooral later maaien van grasland. Naast beheersadviezen voor de openbare ruimte kunt u ook zelf ook zorgen voor een goede bijenstand. Dit bereikt u door in uw tuin voor nestgelegenheid en voor plaatsen met bloemen te zorgen. Meer informatie over het inrichten van een bijvriendelijke tuin kunt u krijgen bij De Ulebelt.
Tekst: Arno Vroom, De Ulebelt
Foto's: Albert de Wilde; De Ulebelt