Rode zanger zingt welkomstlied
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op [publicatiedatum]
Bioloog Midas Dekkers schreef met zijn boek Rood een lofzang op roodharige vrouwen. Eén ding vergat hij te melden: dat roodkoppige mannetjes in de vogelwereld helemáál spannend zijn. Dan hebben we het over de roodmus, waarvan het volwassen mannetje een heel fraaie, karmozijnrode kop heeft. Het is een schaarse gast in ons land, maar ook dit voorjaar zijn er weer verschillende meldingen van zingende mannetjes. Zijn zang, een helder 'pleased to meet you', is een van de populairste geluiden onder vogelaars.
Jaarlijks worden in de maanden mei en juni roodmussen waargenomen in Nederland. Hoeveel er van deze roodkoppige zangers in het voorjaar opduiken, is ieder jaar weer de vraag. We bevinden ons namelijk aan de rand van hun verspreidingsgebied, dat begint in Noord- en Oost-Europa en doorloopt tot ver in Azië en Siberië. Soms verschijnen er tientallen roodmussen, dan weer blijft het bij enkelingen. De laatste weken zijn er weer aardig wat zingende mannetjes gemeld.
Van ver
Het verschijnen van de roodmus lijkt niets te maken te hebben met een aanhoudende wind vanuit het oosten. Dat zou je wel verwachten, aangezien de soort ver in India overwintert en ten noordoosten van Nederland broedt. Wel is het zo dat als er veel roodmussen in de landen rond de Oostzee worden geteld, ook de getallen in ons land gunstig uitvallen. Een duidelijke relatie met bijvoorbeeld biotoopomstandigheden of voorjaarstemperaturen ontbreekt. Roodmussen houden van ruigtes, struweelrijke duinen en moerassen met voldoende hogere struiken. Een menselijke omgeving wordt, net als in Oost-Europa, niet gemeden.
Nieuwkomer
De roodmus is een relatieve nieuwkomer in de Nederlandse vogelbevolking. Voor de jaren tachtig was het een uiterst zeldzame soort, daarna volgde een kleine opmars. Vooral de Waddeneilanden, de Hollandse duinen en Flevoland waren in trek: daar zongen in de jaren negentig enkele tientallen roodmussen en werden ook zekere broedgevallen geconstateerd. Vanaf de eeuwwisseling kwam de klad erin; het werd het een stuk moeilijker om deze opvallende zanger in Nederland te zien. De dubbele cijfers uit de jaren ervoor bleven uit. Jaarlijks werden er in 2008 t/m 2011 uiteindelijk nog geen tien territoria vastgesteld. Maar net toen we dachten dat de soort ook weer zou verdwijnen, leek zich een kentering af te tekenen. Het jaar 2012 was relatief goed, met zeker 13 territoria.
Bij elk zingend mannetje de vraag of hij uiteindelijk gaat broeden.Vaak blijft het welkomstlied van een volwassen mannetje onbeantwoord.
Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Harvey van Diek