Zeldzaam zandschijfje heeft speciale behoeften
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 16 februari 2011
Het Klein oranje zandschijfje houdt van verse urine en mest. Het paddenstoeltje wordt het meest gezien in de late herfst en de winter. In deze periode, waarin weinig paddenstoelen gevonden worden, valt het met zijn feloranje kleur extra goed op.
Het Klein oranje zandschijfje is een paddenstoeltje van maar een paar millimeter groot. Het tot volle wasdom komen van die paar millimeter heeft echter heel wat 'voeten in de aarde'. Ammoniaverbindingen blijken een belangrijke rol te spelen bij het voorkomen van het Klein oranje zandschijfje. Meestal is het paddenstoeltje dan ook in de directe omgeving van mest of urineplekken van herten of schapen te vinden. Ook in laboratoriumproeven blijkt men dit paddenstoeltje met ammoniaverbindingen gemakkelijk aan het groeien te krijgen. In Nederland wordt Klein oranje zandschijfje, zoals de naam al aangeeft, vooral gevonden op zandgrond.
Vanuit de forensische wetenschap wordt onderzoek gedaan naar hoe paddenstoelen kunnen helpen om verborgen graven te lokaliseren. Een aantal soorten worden in de natuur namelijk vaak gevonden in de nabijheid van kadavers. Uit voorlopig onderzoek blijkt dat Het klein oranje zandschijfje potentieel heeft om graven te lokaliseren en, doordat het paddenstoeltje een bepaalde ontwikkelingstijd heeft, deze mogelijk zelfs te dateren.
Het Klein oranje zandschijfje is te vinden van augustus tot ongeveer april. Vooral in de late herfst en de winter kun je hem vaker tegenkomen. Het paddenstoeltje is zeldzaam in Nederland en staat, net als in veel andere Europese landen, op de Rode lijst wat betekent dat het achteruit gaat. Als je de soort toch een keer tegenkomt, staan er bijna altijd een aantal exemplaren massaal op een kluitje bij elkaar en kun je ze door hun opvallende kleur bijna niet missen.
Tekst en foto's: Gerben Winkel, Nederlandse Mycologische Vereniging