Explosieve stijging lepelaars in Nieuwkoopse Plassen
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Met het huidige aantal van 49 paartjes is de kolonie lepelaars in de Nieuwkoopse Plassen in drie jaar tijd explosief gegroeid. Dat maakt Natuurmonumenten bekend.
In 2010 vestigden deze zeldzame en schuwe vogels zich na 30 jaar weer met drie broedparen in het plassengebied. “De stijging sinds 2010 is echt enorm”, vertelt boswachter Martijn van Schie. “In nog geen drie jaar tijd is de groep vogels maar liefst 16 keer groter geworden. Ze hebben het enorm naar hun zin in dit gebied. Het broedsucces van de lepelaars in de Nieuwkoopse Plassen laat zien dat het aanleggen van nieuwe natuur geweldige resultaten oplevert.”
Aanleg nieuwe natuur is succes
In 2008 is de Groene Jonker aangelegd in de Nieuwkoopse plassen. Dit moerasachtige gebied nieuwe natuur is een succes gebleken. Het is een zeer voedselrijk gebied waardoor vogels er komen en gaan. In het ondiepe water zoeken de lepelaars met hun kenmerkende snavel naar kleine visjes en kikkers.
Snackbar om de hoek
Boswachter Martijn:”De lepelaars wonen in de Nieuwkoopse Plassen en hebben met de Groene Jonker hun eigen snackbar om de hoek. Dat is het geheim achter het succes van deze mooie vogels. Eten en slapen dicht bij elkaar. Wie zou dat nou niet willen?”
Bijna verdwenen
Lepelaars zijn zeldzaam en bedreigd in Nederland. Ze zijn in de jaren ’70 vorige eeuw bijna uit Nederland verdwenen. Vooral de slechte waterkwaliteit droeg hier aan bij. Vanaf eind jaren ’80 nemen ze weer in aantal toe.
Bekijk de lepelaars
De jonge lepelaars zijn het nest al uitgevlogen en zijn samen met hun ouders te zien in de Groene Jonker. Van Schie: “Overdag staan er altijd wel lepelaars in de Groene Jonker. Heel mooi om te zien. Maar ze vertrekken nu snel op hun lange reis naar Afrika om daar te overwinteren, dus ze zijn zich nu nog even lekker vol aan het eten.”
Kom ze zelf bekijken
Vanaf de wandelpaden in de Groene Jonker zijn de jongen en hun ouders goed te zien. Neem een verrekijker mee en kom ze zelf bekijken.
Bron: Natuurmonumenten
Foto: Piet Munsterman, Saxifraga