Goed jaar voor walstropijlstaart

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

De zeldzame walstropijlstaart wordt dit jaar meer gemeld dan andere jaren. Er zijn zowel waarnemingen van de vlinder als van de rups. De meldingen komen uit de duinstrook, waar de meeste worden gezien, maar ook uit de rest van het land.

De walstropijlstaart (Hyles gallii), een forse nachtvlinder, staat op Vlindernet ‘te boek’ als een zeer zeldzame soort. De laatste jaren wordt deze vlinder uit de familie van de pijlstaarten echter steeds vaker waargenomen. Ook dit jaar zijn er al meer dan 15 meldingen van de walstropijlstaart. Hoewel de meeste in de duinstreek worden waargenomen, vooral ten noorden van het Noordzeekanaal, zijn er in 2011 ook al meldingen uit Groningen, het Drentse Aa-gebied, Almere, Zaltbommel, Linschoten, Amstelveen en Tilburg. De waarnemingen hebben zowel betrekking op de vondst van rupsen als op observaties van de vlinder zelf. Hoewel de naam doet vermoeden dat de rupsen alleen op walstro zitten is in Nederland het wilgenroosje de belangrijkste waardplant. Daarop zijn de rupsen het meest aan te treffen.

De rupsen zijn fraai gekleurd, met mooie opvallende ronde, zwartomrande gouden vlekken in een baan over de zijkant. De rupsen zijn er in verschillende kleurvarianten en niet zelden vind je de verschillend gekleurde dieren bij elkaar op een plant. De grondkleur varieert van lichtgroen tot bijna zwart. De vlinders vliegen vanaf de schemering, bezoeken bloemen en komen ook af op licht. De eerste vlinders verschijnen eind april en kunnen tot eind september gezien worden. Er zijn twee generaties per jaar, waarbij de tweede generatie partieel is en niet elk jaar voorkomt. De rupsen zijn van juli tot september te vinden. De soort overwintert als pop in de grond. Waarschijnlijk kan deze soort de natte winters in Nederland niet overleven. De komende week is het nog mogelijk om de walstropijlstaart of de rups te zien.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto's: Kars Veling; J. v.d. Gracht