Koude winters slecht voor kleine zilverreiger
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland op dinsdag 22 maart 2011
'Koude winters slecht voor kleine zilverreiger' en 'opmerkelijk herstel bij enkele soorten van de Rode Lijst', zo luiden twee opvallende resultaten uit het zojuist verschenen, bijna 150 pagina’s tellende, broedvogelrapport van SOVON Vogelonderzoek Nederland. In het rapport zet SOVON de laatste feiten over de Nederlandse broedvogelstand op een rij. De gegevens uit het rapport zijn door zo’n 1.700 deskundige vrijwilligers verzameld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Koude winter deelt klappen uit
Een periode met soms strenge vorst en regionaal veel sneeuwval zorgde voor sterke afnames bij een aantal soorten. Kleine zilverreiger, ijsvogel en grote gele kwikstaart namen af met 25 tot 40% ten opzichte van 2008. Ook blauwe reigers deden het slecht met een afname van 14%. Al deze soorten ging het na 1997 door de lange serie zachte winters juist voor de wind. Ze gingen op steeds meer plaatsen tot broeden over. Het aantal broedende kleine zilverreigers bereikte in 2008 zelfs een record van 160 broedparen. Met nu drie koudere winters op een rij lijkt deze soort weer terrein te verliezen en herstel zal vermoedelijk op zich laten wachten. Lang niet alle vorstgevoelige soorten ging het zo slecht af. Grote zilverreiger en de door klimaatverandering uit het zuiden oprukkende cetti’s zanger en graszanger blijken veel winterharder dan gedacht. Bij eerdere strenge winters verdwenen beide laatste soorten vrijwel geheel van het toneel.
Verdere verliezen onder habitatspecialisten
Kemphaan, draaihals, kuifleeuwerik en grauwe gors staan op punt van uitsterven als Nederlandse broedvogel. We dreigen daarmee weer vier vogelsoorten te verliezen die eens zo kenmerkend waren voor het Hollandse landschap. Opnieuw blijkt dat soorten van specifieke biotopen, zoals eerder duinpieper, klapekster en ortolaan, in ons land weinig meer te zoeken hebben. Deze ontwikkeling is een belangrijk signaal van een afnemende biodiversiteit in ons land, zoals onlangs ook aangetoond in het proefschrift van SOVON-onderzoeker Chris van Turnhout, die op 15 maart promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ook het voortbestaan van het korhoen (12 hanen) blijft aan een zijden draadje hangen, terwijl de situatie voor blauwe kiekendief (22 paren) en velduil (30 paren) verre van rooskleurig is nu het laatste bolwerk op de Waddeneilanden afbrokkelt.
Enkele Rode Lijst soorten uit de gevarenzone?
Opvallend goed deden geoorde fuut en grauwe kiekendief het in 2009. Ze bereikten aantallen die tot de hoogste van de afgelopen 35 jaar behoren. Ooievaar (755 paren) en lepelaar (2100 paren) haalden zelfs aantallen die de hele 20e eeuw niet bereikt waren. Ook de 400 paar krooneenden zouden tot voor kort ondenkbaar geweest zijn en zijn een teken dat het met de kwaliteit van veel Nederlandse oppervlaktewateren de goede kant op gaat. De purperreiger is met 750 broedparen weer bijna terug van een enorme inzinking in de jaren zeventig en tachtig. Bijzonder waren ook de broedgevallen van zwarte wouw (tweede succesvolle broedgeval ooit), zeearend (vierde jaar op rij) en wilde zwaan (vijfde jaar).
Meer weten?
De gegevens van het rapport worden verzameld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring, een samenwerkingsverband van verschillende organisaties waaronder het CBS, het Ministerie van EL&I, Rijkswaterstaat en de Gegevensautoriteit Natuur. Het bijeenbrengen van de gegevens was mogelijk dankzij de medewerking van zo’n 1700 vrijwilligers en allerlei instituten en terreinbeherende organisaties. Het broedvogelrapport is als pdf te downloaden van www.sovon.nl.
Tekst: SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: Birdman1, GNU-licentie voor vrije documentatie