Kompaskwallen spoelen massaal aan op onze stranden
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op [publicatiedatum]
Begin deze week kregen Kompaskwallen flink wat aandacht in de media. Dat was niet om hun schoonheid. Door de aanhoudende noordwestelijke wind spoelden ze in ongekende aantallen aan op onze kust. Door de golven en stroming achtergelaten op het strand is de Kompaskwal slechts een slijmerige massa waar weinig structuur in te herkennen is. Onderwater is het echter de mooiste kwallensoort die we in onze kustwateren kunnen aantreffen.
De vier grootste kwallensoorten van onze kust komen jaarlijks, met enige overlap, in opeenvolgende periodes in onze kustwateren voor. Vroeg in het voorjaar zien we eerst de Blauwe haarkwal verschijnen. Daarna komt de Oorkwal, de Kompaskwal en in de late zomer kunnen sportduikers zich laten verrassen door de Zeepaddestoel. Zowel de Blauwe haarkwal als de Kompaskwal gebruiken een sterk netelgif om hun prooien te vangen en kunnen zwemmers die er mee in aanraking komen heel wat overlast bezorgen. Het gif van de andere twee soorten is veel minder sterk en wordt zelden als pijnlijk ervaren. De Blauwe haarkwal, Oorkwal en Kompaskwal hebben een opvallende eigenschap gemeenschappelijk. In hun piekperiode kunnen ze in enorme aantallen op onze kust voorkomen. Eerder dit jaar hebben we al melding gemaakt van onmetelijke aantallen Oorkwallen in het Grevelingenmeer. Ook in het Veerse meer kwamen ze toen massaal voor. En nu is het dus de beurt aan de Kompaskwal.
In de Zeeuwse Delta worden geen extreme aantallen Kompaskwallen door sportduikers waargenomen. Maar in de Noordzee zitten er kennelijk veel meer. Deze kwal vertoeft het liefst in de bovenste waterlagen. Door de aanhoudende noordwestelijke wind van de afgelopen week wordt op de Noordzee deze waterlaag met de daarin aanwezige Kompaskwallen richting de kust gestuwd. Met een roemloos einde voor de kwallen, in de vorm van een op het strand aangespoelde slijmerige geleiachtige massa. Eenmaal aangespoeld sterven ze snel en vormen ze geen gevaar meer voor de badgasten. Er rest niet veel meer dan voer voor meeuwen, andere zeevogels en krabben. Waarom er dit jaar zoveel meer aanspoelen dan in de afgelopen jaren is niet bekend. We houden het voorlopig maar op een natuurlijke fluctuatie in aantallen kwallen. Deze dynamiek zien we wel vaker in de natuur. Zijn voorkomen beperkt zich niet tot de Noordzee. Hij komt in alle wereldzeeën voor.
Bij sportduikers staat de Kompaskwal bekend als de mooiste en elegantste kwal van onze kustwateren. Met een doorsnede tot 30 centimeter, een lengte van meer dan twee meter, een fraaie tekening op zijn hoed en een oogstrelende gracieuze manier van zwemmen is het steeds weer een waar genot om als sportduiker een Kompaskwal onder water tegen te komen. Op zijn hoed heeft hij 16 pijlvormige strepen en even zo veel bruine vlekken op de rand die samen grote overeenkomst vertonen met de roos van een kompas. Zijn Nederlandse naam is goed gekozen. De netelcellen zitten in de lange dunne draden die hij achter zich aan sleept. Daar moet je als zwemmer dus goed voor uit kijken. De kantachtige staart tussen de neteldraden zijn de gonaden. Hier zitten de geslachtscellen van de Kompaskwal in opgeslagen.
Een vrijzwemmende Kompaskwal is absoluut oogstrelend qua schoonheid. Maar laat je niet strelen door zijn neteldraden. Met de felle pijn, veroorzaakt door het gif uit zijn netelcellen, blijft er niet veel van onze waardering voor deze prachtige kwal meer over!
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon