In weer en wind
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op zaterdag 22 november 2008
Half november en guur weer buiten. De wind in vlagen en de regen maakt het waterkoud. Het is al donker. Even naar de schuur om een pak sap te halen en wat schetst de verbazing als je plotseling een vlinder ziet?
Op de stam van een jonge lijsterbes in de tuin zit een prachtige net uit de pop gekomen zwartvlekwinteruil. Iedere schub is nog op zijn plek en de mooi bruine kleur en de zwarte vlekken waar de lichte aders zeer opvallend doorheenlopen maken de herkenning niet moeilijk. De naam zegt het al, deze vlinder is in de winter actief. Het is een vrij zeldzame soort die vooral in het zuiden, het midden en het oosten van het land voorkomt; de vlinder lijkt zich uit te breiden en wordt steeds verder naar het noorden waargenomen. De zwartvlekwinteruil leeft in loofbossen, bospaden, open plekken in het bos, houtwallen, verwilderde tuinen en boomgaarden. Hij is ook, zoals deze waarneming bewijst, ook in stedelijk gebied aanwezig.
De rups leeft in mei en juni op diverse loofbomen en struiken, waaronder sleedoorn, sering, appel en roos. De jonge rups foerageert op de knoppen en de bloemen van de waardplant; oudere rupsen eten ook van de bladeren en ook van diverse kruidachtige planten. De zwartvelkwinteruil heeft één generatie, die vliegt van oktober tot half april, midden in de winter dus. Als de temperatuur voldoende hoog is, blijven de vlinders de hele winter actief. Ze komen maar matig af op licht, maar zijn goed te lokken met smeer (een mengsel van suiker, stroop en alcohol). Ze bezoeken bloemen en fruit en worden ook aangetrokken door sap van bloedende bomen. Soms worden vlinders rustend tussen opgestapelde oude dakpannen of houtblokken aangetroffen.
Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting