Adders zonnend bij winterverblijf
Stichting RAVONBericht uitgegeven op zaterdag 29 maart 2008 door Stichting RAVON
Stichting RAVON verwacht dat adders één dezer dagen massaal hun winterverblijven zullen verlaten. Mannetjes zijn normaalgesproken het eerst. Zij moeten in het voorjaar veel zonnen om de sperma-rijping te voltooien.
Eind maart en begin april kunnen zonnende adders met tientallen tegelijk worden aangetroffen rond hun winterverblijven. Voor de overwintering gebruiken zij ondergrondse, vorstvrije winterverblijven (hibernacula). Konijnenholen en holten tussen stronken of wortels van bomen zijn hier erg geschikt voor. Vaak zijn deze plaatsen begroeid met dichte, ondoordringbare vegetatie (bijvoorbeeld braam) en gelegen in de nabijheid van bomen of struiken. De meeste overwinteringsplaatsen liggen op hellingen met een zuidelijke expositie. Hier zijn de omstandigheden in het voorjaar meestal gunstig voor ontwakende adders.
Van de inheemse slangen komen de mannetjes van de adder als eerste uit hun winterverblijven. In de meeste gevallen gebeurt dit in maart. De vrouwtjes en de bijna volwassen adders volgen één tot drie weken later. Het ontwaken van de adders uit hun winterslaap is afhankelijk van de bodem- en luchttemperatuur ter plaatse. De eerste weken besteden de mannetjes veel tijd aan het zonnen. Dit is nodig voor de voltooiing van de sperma-rijping (spermatogenese). Ze eten niet gedurende deze periode. In de tweede helft van april wordt de zonperiode van de mannetjes afgerond met een vervelling. Daarna begint de paartijd. De mannetjes gaan dan actief op zoek gaan naar een vrouwtje door hun geursporen te volgen. Vaak leggen de dieren wel enkele honderden meters per dag af. Na de paartijd verspreiden de adders zich over hun zomerhabitat bestaande uit droge, vochtige heide- en pijpestrovelden (=gras).
Adders zijn eierlevendbarend. Vrouwtjes hebben in Nederland, net als in het grootste deel van Europa, een tweejarige voortplantingscyclus. Drachtige vrouwtjes zoeken meestal vaste zonplaatsen op om de embryo’s te laten ontwikkelen. Deze zonplaatsen worden vaak meerdere jaren achtereen gebruikt. Vanaf eind augustus trekken de drachtige vrouwtjes richting de winterverblijven. Jonge adders worden in de buurt van de winterverblijven geboren. Dit gebeurt vanaf augustus, maar vooral in september. Direct na de geboorte vervellen de jonge slangen. Afhankelijk van temperatuur, lichtintensiteit en daglengte gaan adders meestal in oktober in winterslaap. Een populatie gebruikt vaak gedurende tientallen jaren dezelfde winterverblijven.
Tekst: Raymond Creemers, Stichting RAVON
Foto: Jelger Herder, Stichting RAVON