Gast uit Mexico
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door de Vlinderstichting op dinsdag 10 maart 2009
Onlangs werd er een foto van wel een heel bijzondere nachtvlinder opgestuurd via het fotoformulier van Vlindernet. Het was al snel duidelijk dat dit geen Nederlandse soort betrof. Maar wat was het wel?
Rob de Vos van het Zoölogisch Museum in Amsterdam meldde dat het ging om een soort uit de familie van de nachtpauwogen (Saturniidae) en dat het beest normaal gesproken voorkomt in Mexico en de zuidelijke Verenigde Staten van Amerika (mededeling van Wolfgang Nässig van het Senckenberg Museum te Frankfurt am Main, een Saturniidae-specialist).
Bij Rob waren in de eerste maanden van 2009 al enkele meldingen van deze soort binnengekomen en ook in voorgaande jaren werden er in Nederland diverse gezien. De vraag doet zich dan natuurlijk voor hoe zo’n vlinder uit Mexico in Nederland verzeild raakt en hoe het kan dat het zoveel verschillende vlinders betreft. Rob schrijft: “Het was vooralsnog een raadsel hoe deze dieren hier terechtkwamen. Ze werden op de meest vreemde plaatsen gevonden; zelfs een keer in een koffer met kleding, maar meestal bij bloemisterijen of in boeketten. Dit jaar werd het me iets duidelijker! We kregen wederom een vlinder, maar ditmaal met de cocon (spoelvormig, zoiets als een rugbybal) in decoratiemateriaal voor bloemisten, wat in de volksmond ‘Spaans mos’ wordt genoemd, een draadvormige Bromeliasoort (lijkt erg op rendiermos). Volgens Wolfgang Nässig kunnen de rupsen hier onmogelijk van gegeten hebben en gebruiken ze dit materiaal waarschijnlijk uitsluitend om zich in te verpoppen. Aangezien dit ‘Spaans mos’ op grote schaal als decoratiemateriaal wordt geoogst en gebruikt wordt bij bloemisterijen, komen er zeer waarschijnlijk op deze manier ook cocons mee naar Nederland.” In de warmte van de bloemisterij of de woonkamer waar het bloemstuk wordt neergezet, komt de vlinder uit de cocon en dat verklaart waarom er in Nederland meerdere exemplaren van deze 'Mexicaanse nachtpauwoog’ zijn gezien.
Tekst: Vlindernet, Mathilde Groenendijk, De Vlinderstichting
Foto: Louwi Fraanje