Aziatisch steekspel voor het eerst in België
Bericht uitgegeven door Aculea, de wilde bijen- en wespenwerkgroep van Natuurpunt op [publicatiedatum]
Op 2 oktober 2011 werd in een tuin in Flobecq (Henegouwen) een mannetje Aziatische hoornaar aangetroffen. Deze soort kende de laatste jaren een sterke noordwaartse expansie vanuit het Zuid-Franse Bordeaux. Dat de soort intussen ook in België voorkomt, is slecht nieuws voor de imkerij. Een verhaal over Chinees aardewerk, snuggere honingbijen en heksenjachten.
Eind 2005 werden in het Zuid-Franse departement Lot-et-Garonne enkele vreemde hoornaars waargenomen. Het bleek om Aziatische hoornaars van de ondersoort Vespa velutina ssp. nigrithorax te gaan. Deze exotische soort werd hoogstwaarschijnlijk reeds in 2004 onopzettelijk via aardewerk uit China ingevoerd. In de daaropvolgende jaren kende ze een sterke expansie in Frankrijk: in 2009 kwam ze al in meer dan 30 departementen voor.
De Aziatische hoornaar heeft een donker uiterlijk en is niet te verwarren met de inheemse Hoornaar (Vespa crabro) die veel meer geel en rood heeft. Het borststuk is bruin tot fluweelachtig zwart gekleurd, de achterlijfsegmenten zijn bruin met een gele achterrand. De koningin van de Aziatische hoornaar meet 3 cm en is hiermee een tikkeltje kleiner dan onze inheemse Hoornaar.
De Aziatische hoornaar telt zeven ondersoorten. Slechts één daarvan werd vooralsnog waargenomen in ons land. De soort komt oorspronkelijk voor in Bhutan, China, Korea, het noorden van India en de bergen van Sumatra en Sulawesi. Op het Aziatische vasteland leeft de soort in een klimaat dat vergelijkbaar is met dat van West-Europa.
In tegenstelling tot de inheemse Hoornaar maakt de Aziatische hoornaar vrijhangende nesten. Deze zijn vaak elliptisch van vorm, hebben een hoogte van 60 tot 100 cm en een diameter van 50 tot 80 cm. Ze kunnen tot zo’n 11.000 werksters bevatten en enkele honderden jonge koninginnen voortbrengen. Mede hierdoor lijkt de soort zich snel en succesvol te kunnen verspreiden. Nesten worden meestal in de top van hoge bomen aangetroffen, maar in de buurt van Bordeaux werden ook nesten in garages, schuren, onder terrassen en (in mindere mate) in holtes in muren of in de grond gevonden.
Aziatische hoornaars zijn dagactief en hebben een specifiek voedselpatroon en bijhorende jachtmethode ontwikkeld. In zijn oorspronkelijk leefgebied heeft de soort zich gespecialiseerd in het vangen van honingbijen. De wesp vliegt hiervoor met gestrekte poten heen en weer voor de bijenkast en wacht op terugkerende bijen die keurig uit de lucht worden geplukt. Dit gedrag wordt ook wel ‘bee-hawking’ genoemd. De Aziatische honingbij (Apis cerana) heeft hiertegen echter een afweersysteem ontwikkeld. Wanneer een jagende hoornaar het nest nadert, wordt het aantal wachterbijen verdrievoudigd in een poging om de hoornaar te overrompelen. De honingbijen vormen een 'bijenbal' rond de hoornaar waardoor de temperatuur zo hoog oploopt dat deze sterft. De Europese honingbij (Apis mellifera) heeft dit gedrag (nog) niet ontwikkeld en is dus heel wat kwetsbaarder. In Zuid-Frankrijk werd al vastgesteld hoe de Aziatische hoornaar bijenkasten aanviel. Toch wordt verondersteld dat de impact op bijenkolonies vrij beperkt zal blijven. Vooral verzwakte bijenvolkeren zouden slachtoffer kunnen worden van een aanval van Aziatische hoornaars. Totnogtoe beperken aanvallen zich ook tot het wegvangen van werksterbijen en bleef het broed gespaard.
De horrorverhalen die de laatste jaren veelvuldig in de Franse media verschenen, zijn grotendeels gebaseerd op urban legends. Ook werd veelvuldig foutief verwezen naar het gedrag van de veel grotere en agressievere Japanse hoornaar (Vespa mandarinia japonica), ook wel bekend als de ‘Killer Hornet’. Deze soort werd voor alle duidelijkheid nog NIET in Europa waargenomen. In Frankrijk gedragen Aziatische hoornaars zich, evenals onze inheemse Hoornaars, niet agressief en vallen ze slechts mensen aan wanneer hun nest wordt verstoord.
In Flobecq werd nu dus voor de eerste keer een Aziatische hoornaar gevonden in België. Het gaat vooralsnog om een éénmalige waarneming van één mannetje. Er mag echter worden verwacht dat de soort zich de komende jaren definitief in ons land zal vestigen. Uitroeiing lijkt onmogelijk aangezien de soort reeds sterk gevestigd is in Europa. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen welke schade deze nieuwkomer zal aanrichten in ons land.
Alle waarnemingen, liefst mét bewijsfoto, zijn welkom op www.waarnemingen.be
Tekst: Jens D'Haeseleer, Aculea, jens.dhaeseleer@natuurpunt.be, 015 29 27 90
Foto's: Marcel Moncousin & Jelle Devalez