Vliegen met een halter op de rug
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender op [publicatiedatum]
We kennen ze allemaal: de vliegen die wanhopig door de dubbele beglazing heen proberen te vliegen. In de winter dringen verschillende vliegen ons huis binnen, op zoek naar een rustplaats. Als het iets warmer wordt, door toedoen van een kachel of zoals nu in het voorjaar, worden ze weer actief. Vliegen dragen een technologisch hoogstandje op hun rug om gecoördineerd rond te kunnen zoemen.
Veel insecten, planten en dieren ontlenen hun naam aan een duidelijke eigenschap. De gehakkelde aurelia heeft echt gehakkelde vleugels, de roodborst overduidelijk een rode borst en de mestkever wroet erg graag in de mest. Voor de vlieg is het wel erg flauw: hij vliegt. Zo gewoon als zijn naam, is zijn vliegmechanisme zeker niet: daar komen erg ingewikkelde formules bij kijken.
Alle vliegende insecten hebben in principe twee paar vleugels, al is dat soms moeilijk te zien. Libellen en juffers hebben overduidelijk twee paar vleugels, waarmee ze aardig een helikopter kunnen imiteren. Dat vlinders en wespen twee paar vleugels hebben, is minder duidelijk doordat de vleugelparen overlappen. Hun vleugels slaan ook tegelijkertijd, zoals je goed kunt zien op de onderstaande vertraagde videobeelden. Sommige insecten, waaronder vliegen en muggen, hebben een paar vleugels omgebouwd tot een slim apparaatje, dat helpt om gecontroleerd te kunnen vliegen.
De echte kunstenaars van het vliegen vinden we echt onder de vliegen. Wie op een warme dag een zweefvlieg zijn territorium ziet verdedigen, zal zich even afvragen hoe dat acrobatische vliegen en stil hangen zo makkelijk gaat. Vliegen slaan hun vleugels met duizelingwekkende snelheid (sommige soorten met wel duizend slagen per seconde!) om in de lucht te blijven. Hoe kan het dat die net uit winterrust ontwaakte vlieg niet als een afketsende kogel door de huiskamer stuitert?
Daar komt hun technologische hoogstandje naar voren. Bij de vliegen en muggen is het achterste paar vleugels omgebouwd tot een paar 'haltertjes'; een soort staafjes met op het eind een knopje. Doordat deze haltertjes tijdens het vliegen op en neer bewegen, ontstaat een stabiliserende werking. Zo werken deze haltertjes als een soort gyroscoop. Zenuwen aan de basis van de haltertjes geven de vlieg informatie over zijn stabiliteit. Met razendsnelle reflexen kan een vlieg zo zijn vlucht gecontroleerd op een al dan niet onwelriekend doel afsturen.
De vliegkunstenaars, die onlangs de Academische Jaarprijs wonnen, kunnen met speciale cameraopnames de vlucht van vogels en insecten vertraagd in beeld brengen. Tijdens de INSECTENexperience eind mei kunt u zelf een kijkje nemen in de wondere wereld van het vliegen. De nieuwste beelden van de Vliegkunstenaars zijn te zien tijdens de opening op 25 mei. Tijdens de Vliegkunstenaars workshop op het festival op zaterdag 28 mei kunnen mensen zelf met een high-speed camera vliegende insecten filmen. Om van deelname zeker te zijn raden we mensen aan zich te registreren.
Tekst: Fedor Gassner, De Natuurkalender
Foto's: Matthias Zimmermann, Creative Commons licentie; Pinzo, Publiek Domein
Video: Vliegkunstenaars