Natuurjournaal 22 januari 2025

Ondanks zijn opvallende uiterlijk, is de appelvink niet gemakkelijk waar te nemen. Hij is schuw en zit het liefst hoog in bomen. Ook zijn geluid is niet zo opvallend. Zijn meest gehoorde roep is een scherp, klikkend ’tik-tik’. Als je hem wil zien, helpt het als je dit geluid leert herkennen, want zijn zang hoor je veel minder vaak. In de winterperiode scharrelen ze vaak over de bodem op zoek naar zaden van onder andere esdoorn of spaanse aak. Ze zijn vrij honkvast, dus als je eenmaal een plek hebt gevonden, zul je ze daar vaker zien. Heel soms zie je deze prachtige vink op de voedertafel, ze houden vooral van zonnebloempitten.

Vanaf januari beginnen de eksters alweer aan het bouwen of herstellen van hun nest. Ze gebruiken vaak een nest van een eerder jaar. Je ziet ze nu al druk heen en weer vliegen. Het nest krijgt een dakconstructie en het is een flink bouwwerk, meestal in de kroon van een boom. Het nest wordt gemaakt van takken en twijgen. Zowel het mannetje als het vrouwtje werken eraan. De nestkom wordt bekleed met een laagje klei of modder en geisoleerd met plantenwortels, grassen en haren. 

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Luuk Vermeer, Saxifraga; Tom Heijnen, Saxifraga