Blauwe kiekendief sterft uit als broedvogel
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, Sovon Vogelonderzoek Nederland, Vogelbescherming NederlandAlleen een radicaal andere aanpak met fundamentele veranderingen in het duinbeheer en kiekendievenreservaten langs de waddenkust, zou de eens zo bloeiende populatie nog van de ondergang kunnen redden.
Wat is er aan de hand met de blauwe kiekendief?
Een te lage overleving van jonge vogels in hun eerste levensjaar is waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak voor de sterke afname van het aantal broedende blauwe kiekendieven op de Waddeneilanden. Dat beschreven Van Turnhout en anderen in 2013 Limosa, op basis van een analyse van de terugmeldingen van geringde blauwe kiekendieven.
Om meer inzicht te krijgen in de overleving van jonge blauwe kiekendieven, zijn de afgelopen jaren steeds enkele nestjongen van een zender voorzien. Zaterdag 30 november 2024 werden op de Landelijke Dag van Sovon de resultaten van dit gezamenlijke onderzoek van Vogelbescherming Nederland, Sovon en Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels gepresenteerd. De uitkomsten zijn ronduit dramatisch. Na vijftig dagen bleek de helft van de jonge blauwe kiekendieven al dood te zijn, en na een jaar was nog maar acht procent van de vogels in leven. Er overleven simpelweg te weinig jongen om de populatie in stand te houden.
“We hebben het vermoeden dat een groot deel van deze vogels door uitputting om het leven is gekomen. Simpelweg doordat ze niet voldoende voedsel konden vinden. Dit is natuurlijk een heel treurig gegeven. Het lijkt er sterk op dat we de blauwe kiekendief als broedvogel gaan verliezen. Wat we tot nu toe hebben gedaan om de soort te behouden, blijkt niet genoeg. Het is de hoogste tijd voor een radicaal andere aanpak”, zo benadrukt Jules Bos van Vogelbescherming Nederland.
Dat de lage overleving terug te voeren is op voedselgebrek, blijkt ook uit het feit dat de overleving van in Oost-Groningen gezenderde jonge blauwe kiekendieven veel beter was. Deze jongen werden gevolgd in jaren met veel muizen. Overigens is deze in akkers broedende populatie inmiddels weer vrijwel geheel verdwenen.
Nieuw beschermingsplan
Afgelopen zomer verscheen het beschermingsplan ‘Blauwdruk voor de Blauwe Kiekendief’ (pdf: 15 MB). Dit plan maakt duidelijk dat alleen een aanzienlijke inspanning kan zorgen dat de blauwe kiekendief in Nederland behouden blijft. Dit omvat twee dingen. Allereerst is het noodzakelijk om in het duinbeheer veel meer rekening te houden met de blauwe kiekendief. Door de combinatie van stikstofdepositie en gebrek aan dynamiek groeien de duinen dicht met hoge vegetatie. Belangrijk stapelvoedsel op de eilanden, zoals konijn, jonge fazant en verschillende woelmuissoorten, zijn hierdoor hard achteruit gegaan. Zo was op Terschelling en Ameland het konijn stapelvoedsel, tot wel 50 procent van de voedselmassa. Inmiddels is dat minder dan 25 procent.
Op Texel is juist de Noordse woelmuis de belangrijkste prooisoort. Doordat het voorkomen van woelmuissoorten en daarmee ook de voedselkeuze per eiland verschilt, is maatwerk in beheer nodig per eiland. De meest aangewezen vorm van duinbeheer is de combinatie van onbegraasde delen, delen met extensieve begrazing en delen met wisselende graasdruk en maaibeheer. Op Terschelling en andere eilanden is konijnvriendelijk beheer, met lokale winterbegrazing en chopperen (verwijderen) van ruige vegetatie gewenst. Op Texel moet dat juist een combinatie van weinig beheer zijn in de beste gebieden voor de Noordse woelmuis. Naast de blauwe kiekendief kunnen ook andere vogelsoorten, zoals de tapuit en de wulp, van deze maatregelen profiteren.
Ten tweede moet de kwaliteit van het agrarisch gebied worden verbeterd. Vrij snel na het uitvliegen, verlaten de jonge kiekendieven de eilanden. Waarschijnlijk worden ze gedreven door gebrek aan prooidieren, en zoeken hun heil in het agrarisch gebied. Ook hier kunnen de vogels onvoldoende voedsel te vinden – het huidige (agrarisch) natuurbeheer biedt wat dat betreft onvoldoende soelaas. In het beschermingsplan pleiten we voor de oprichting van ‘kiekendiefgebieden’. Dit zijn gebieden van minstens enkele tientallen hectares groot, waarin grootschalige maatregelen voor blauwe kiekendieven geconcentreerd worden. De zenderdata laten zien dat het het meest effectief zou zijn om deze gebieden in Noord-Holland (inclusief Texel) en langs de Friese en Groningse Waddenkust te realiseren.
Het idee van ‘kiekendiefgebieden’ is geïnspireerd op het succes van de hamsterreservaten in Zuid-Limburg. Deze kennen een goede veldmuizenstand en er overwinteren grote aantallen zangvogels, wat belangrijke aantallen roofvogels zoals blauwe kiekendieven aantrekt. Naast blauwe kiekendieven zullen ook andere soorten van het open akkerland profiteren, waaronder de eveneens bedreigde grauwe kiekendief en velduil.
Appèl voor de blauwe kiekendief
Reeds twintig jaar geleden werd de staat van instandhouding van de blauwe kiekendief al als ‘zeer ongunstig’ beoordeeld. In geen enkele van de Natura 2000-gebieden werden sindsdien de instandhoudingsdoelen voor de blauwe kiekendief gehaald. We doen een dringend appèl op het rijk en de provincies om hun verantwoordelijkheid te nemen voor het uitvoeren van de Omgevingswet (voorheen wet Natuurbescherming). Dit is de laatste kans voor beleidsmakers en terreinbeheerders om te voorkomen dat de blauwe kiekendief als broedvogel uit Nederland verdwijnt. Het is klip en klaar wat daarvoor nodig is, en het is de hoogste tijd om daar nu eindelijk eens werk van te gaan maken.
Meer informatie
- Op de Landelijke Dag van Sovon Vogelonderzoek op zaterdag 30 november gaf Raymond Klaassen van Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels een lezing getiteld ‘De duistere toekomst voor de blauwe kiekendief’.
- Het zenderonderzoek aan blauwe kiekendieven is mogelijk gemaakt dankzij financiële bijdragen van het Waddenfonds, Cultuurfonds, Bettie Wiegman Fonds, Dorenbos/Rasch makelaars, Stichting Vogelreizen, Nationaal Park Duinen van Texel, Stichting Texel Vogeleiland en Wij&Wadvogels.
Tekst: Vogelbescherming Nederland, Sovon, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
Foto's: Jankees Schwiebbe; Vogelbescherming Nederland; Jelle de Jong