Natuurjournaal 16 oktober 2024

Melganzenvoet is zeer algemeen in Nederland en België. Na bodemverstoring komt deze plant snel op uit de zaadbank. Hij heeft twee typen blad: boven in de plant zijn de bladeren smal en lancetvormig, onder in de plant zijn de bladeren ruitvormig en hebben wel iets van de afdruk van de poot van een gans. Melganzenvoet kwam oorspronkelijk voor in gematigd Eurazië en is geleidelijk over de hele wereld verspreid geraakt. De plant wordt tegenwoordig soms als een lastig onkruid beschouwd, maar wordt ook als voedselplant gebruikt. De zaden leveren meel en de bladeren kan je eten als spinazie. Melganzevoet werd vroeger ook gebruikt bij verschillende kwalen zoals dysenterie, oedeem en hoest.

De Indische gans is een bijzondere exoot. Indische ganzen zijn wit-grijs van kleur en hebben zeer karakteristieke zwarte strepen op hun kop. Ze komen van nature voor in Centraal-Azië en trekken in de herfstperiode op tien kilometer hoogte over de Himalaya naar hun overwinteringsgebieden in India. In Europa levende Indische ganzen zijn ooit ontsnapt uit volières en broeden sinds de jaren tachtig in Nederland. Ze komen het meest voor in het rivierengebied, maar tijdens de najaarstrek komen ze op veel meer plekken in ons land voor. Waarschijnlijk worden de broedvogels ‘aangevuld’ met verwilderde Indische ganzen uit andere Europese landen. Hier trekken ze veel kortere afstanden, samen met andere ganzen, zoals brandgans. 

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Peter Meininger, Saxifraga; Luuk Vermeer, Saxifraga