Opkomst roofslak doet alarmbellen rinkelen
Stichting ANEMOONIn 2005 werd in onze Noordzee nabij Scheveningen voor het eerst onverwacht een levende Geaderde stekelhoren (Rapana venosa) opgevist. In de daaropvolgende jaren volgden mondjesmaat nog een aantal exemplaren, evenals enkele strandvondsten. Op 9 januari 2020 viste een mosselkweker een springlevend exemplaar op in de Oosterschelde. Omdat tot nog toe vondsten van eieren en jonge dieren uitbleven, was er geen reden tot paniek. Oproepen en zelfs een 'Wanted' poster leverden weinig concreets op. Maar afgelopen weekend was het wel degelijk zover: een duiker fotografeerde diverse onder water afgezette eieren voor de kust bij Egmond aan Zee.
Eikapsels
Mark Barto is duiker en schipper van de 'Lamlash', een duikschip dat onlangs in het nieuws was na de ontdekking van de sinds 1970 verdwenen viskotter TX 26. Op 11 augustus 2024 zag en fotografeerde hij een aantal onbekende dingen tijdens een wrakduik nabij Egmond aan Zee. Het bleken de eerste in Nederland in het wild aangetroffen eikapsels van de Geaderde stekelhoren. Ze waren aanwezig in drie clusters op het achterschip van de V-2021 'Nürnberg', een op 9 juni 1944 gezonken zogenaamde vorpostenboot uit de Duitse verdedigingslinie. Dit schip ligt op zes kilometer uit de kust, op een diepte van circa achttien meter.
Filmpje
Zie onderstaand filmpje van de Geaderde stekelhoren dat Lars Dekker een jaar eerder maakte.
Geaderde stekelhoren Lars Dekker (Bron: Stichting ANEMOON)
Niet bepaald onschadelijk
De Geaderde stekelhoren is een geduchte rover die leeft van andere schelpdieren. Wereldwijd wordt het dier gezien als een van de meest gevaarlijke mariene invasieve exoten. De slak heeft zich inmiddels op veel plaatsen op aarde gevestigd en breidt zich nog uit. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied ligt in het noordwesten van de Stille Oceaan, met name rond de Gele Zee en Japanse Zee. Hoe de dieren in de Nederlandse wateren kwamen, is niet duidelijk. Er kunnen bijvoorbeeld larven zijn meegekomen met ballastwater van schepen, of er kan besmet materiaal via de schelpdierkweek zijn gebruikt (bijvoorbeeld uit Bretagne waar ze inmiddels ook aanwezig zijn). Deze slakken kunnen flinke schade aanbrengen aan schelpdierbestanden. Oester- en mosselkwekers lopen risico's. Kleinere slakken boren een gaatje in de schelp waarna ze de prooi doden. Grotere houden de tweekleppige vast met hun sterke voet en wrikken de schelp open of stuk. De dieren hebben een zekere tolerantie voor lagere zoutgehalten (brak water) en een verlaagd zuurstofgehalte. Ze verdragen enige mate van vervuiling en zowel lagere als hogere temperaturen. De Geaderde stekelhoren heeft dus veel eigenschappen die het mogelijk maken om zich invasief te ontwikkelen. Dit is helaas dus zeker geen soort waar we blij mee kunnen zijn.
Bestrijden?
Vanwege het gevaar voor de inheemse fauna en met het oog op de economische gevolgen voor schelpdierkweek, is de Geaderde stekelhoren inmiddels kandidaat voor de zogenaamde Unielijst van Invasieve Exoten (download, pdf: 0,9 MB). Als een soort op die lijst wordt vermeld en wordt aangetroffen in een land van de Europese Unie, dient het land direct maatregelen te nemen om de soort te bestrijden. Helaas is de kans groot dat bestrijding nauwelijks effect zal hebben. Handmatig door duikers laten verwijderen van slakken en eieren lijkt zinloos, gezien de pelagische verspreiding via larven in het water en omdat slechts kleine delen van de zeebodem kunnen worden afgezocht. Bij rigoureuzere maatregelen, zoals chemische bestrijding of inzet van sleepnetten, is het middel meestal erger dan de kwaal.
Signalement
Al in 2020 vroeg Stichting ANEMOON met een enigszins ludieke poster aandacht voor deze zeeslak die zelfs groter wordt dan de bekende Wulk. Op de poster stond het volgende signalement: 'Zeer groot slakkenhuis, ruim vijftien centimeter (of meer). Grote, vaak oranje mondopening. Buitenkant vaak bruingrijs met bruine vlekken en strepen. De windingen zijn bezet met knobbels en dikke en dunne dwarsrichels en groeven.
De eieren zijn heel opvallend en vormen clusters van lange, plastic-achtige, aan elkaar zittende, gele tot soms paarsachtige, wandelstokvormige ei-capsules (eikapsels). Dergelijke geclusterde eikapsels kunnen bestaan uit vijftig tot vijfhonderd capsules. Elke capsule kan tweehonderd tot duizend eieren bevatten.'
De uitkomende larven hebben een lang planktonisch stadium. Mede daardoor gaat de verspreiding, indien de soort zich ergens eenmaal gevestigd heeft, steeds verder. De slakken zijn vooral nachtactief en kunnen zich overdag ingraven. Eventuele bestrijding is moeilijk.
Meer informatie
- Artikel (pdf: 3,7 MB) in 'Kijk op Exoten' met Wanted-poster. Zie ook de discussie over het wegvangen en het dilemma voor vrijwilligers.
- Natuurbericht van de eerste vondst in de Oosterschelde op Nature Today.
- Oproep (pdf: 4,7 MB) in de ANEMOON-nieuwsbrief uit 2013 (rubriek zoekdier).
- Wetenschappelijk artikel over de Geaderde stekelhoren: 'Rapana venosa (Gastropoda: Muricidae): a new invasive species in the North Sea' (pdf: 1,2 MB).
- Waarnemingen van exoten worden verzameld in het kader van het project Signalering Exoten. U kunt helpen door als vrijwilliger mee te doen aan ANEMOON-projecten als het MOO (Monitoringproject Onderwater Oever) en het SMP (Strandaanspoelsel Monitoring Project).
Tekst: Rykel de Bruyne en Brendan Oonk, Stichting ANEMOON
Beeld: Rob Vink en Mark Barto (leadfoto: links: het eerste Nederlandse exemplaar, gevangen op 20 juli 2005 voor de kust van Scheveningen door de OD-9. Deze schelp was 12,3 centimeter; rechts: eikapsel gefotografeerd door Mark Barto op 11 augustus 2024 op de Nürnberg voor de kust van Egmond aan Zee); Lars Dekker, Stichting ANEMOON; PICTAN