De procentuele toename van stedelijke scholeksters komt zowel door een toename van het aantal vogels dat in de stad broedt, als door een voortdurende afname van de broedvogels in het boerenland en langs de kust.
De schatting van het aantal stedelijke broedvogels is gebaseerd op tellingen die zijn gedaan door vrijwilligers in het kader van het Jaar van de scholekster in 2023. De laatste keer dat een dergelijke telling is gedaan, was tijdens het vorige Jaar van de scholekster in 2009. Toen bestond de totale broedpopulatie nog uit circa 87.000 tot 100.000 broedparen, waarvan zo’n 3.500 tot 4.000 broedparen in stedelijk gebied. Inmiddels is het aantal stedelijke broedparen gestegen naar 6.000 tot 8.000, bij een landelijke populatie van naar schatting 30.000 tot 37.000 broedparen.
Andere broedgebieden
Aangezien zowel nu als in 2009 scholeksters alleen in stedelijk gebied voldoende jongen grootbrengen om de populatie in stand te kunnen houden, was de verwachting dat de stedelijke populatie verder zou toenemen, in tegenstelling tot de populaties in andere broedgebieden. In het boerenland en op kwelders en dijken langs de kust is de jongenproductie al jaren te laag voor het in stand houden van de populatie. Een grote verscheidenheid aan bedreigingen speelt de vogels daar parten, zoals verstoring, overstroming van nesten, toegenomen predatie en intensieve landbouw.
Als deze trend blijft doorzetten, is te verwachten dat het aandeel broedende scholeksters in stedelijk gebied in relatieve en absolute zin nog verder kan toenemen. Op termijn kan de scholekster daarmee steeds meer een stadsvogel worden die in stedelijk gebied een duurzame populatie kan handhaven, maar in aantallen een fractie is van het aantal scholeksters dat ooit in Nederland heeft gebroed.
Veilige broed- en schuilgelegenheid
Voor Vogelbescherming is de bescherming van scholeksters een belangrijk punt vanwege de sterk teruglopende aantallen. "Ook in de stad zijn er bedreigingen voor de scholekster; er gaan veel jongen verloren omdat ze over de dakrand, of in regenpijpen vallen. Ook kunnen ze vaak niet schuilen tegen vliegende predatoren, extreme hitte of noodweer. Daarom is Vogelbescherming een experiment gestart met het aanbieden van broed- en schuilgelegenheden op daken", vertelt Merel Roks van Vogelbescherming. "We gaan door met de monitoring op onze zestien proeflocaties. Daarna wordt een besluit genomen over het vervolg. Stoppen omdat het idee niet kansrijk is gebleken, of doorontwikkelen om beter aan de behoeften van de scholekster te voldoen."
Jaar van de scholekster
Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming riepen 2023 uit tot het Jaar van de Scholekster om aandacht te vragen voor de sterke achteruitgang van de soort. Naast tellingen in stedelijk gebied, is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van broedplatforms in landelijk gebied en is gekeken naar de kuikenoverleving in verschillende leefgebieden. Op broedplatforms lijkt het nestsucces hoger te zijn dan bij natuurlijke nesten, wat de kansen voor een paar scholeksters vergroot om jongen groot te brengen. Dit onderzoek is echter uitgevoerd bij een klein aantal broedplatforms, waardoor de uitkomst nog onvoldoende onderbouwing biedt om het broedplatform als effectieve beschermingsmaatregel voor scholeksters in agrarisch gebied te bestempelen. Monitoring van nestsucces zal in de komende jaren meer duidelijkheid geven.
Meer informatie
- Lees meer over de resultaten van het Jaar van de scholekster in dit rapport.
- Door mee te doen aan het project Scholekster op het Dak kun je de stadse scholekster een handje helpen. Broedende scholeksters kun je doorgeven op de website. De gegevens over de nesten worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.
Tekst: Sovon Vogelonderzoek Nederland & Vogelbescherming Nederland
Foto: Janet Bos