lead nwe worm

Worm uit Deltagebied is nieuw voor de wetenschap

Stichting ANEMOON
28-APR-2024 - In onze Deltawateren is een nieuwe soort kieuwdraadjesworm ontdekt. De Italiaanse onderzoeker Marco Lezzi en zijn Nederlandse collega Ton van Haaren beschreven het dier als nieuw voor de wetenschap, naar materiaal uit Nederland. De soort werd vernoemd naar een Nederlandse collega.

Bij verschillende onderzoeken in de Nederlandse Deltawateren werd een kieuwdraadjesworm waargenomen die niet meteen deed denken aan een al bekende soort. Hoewel het dier lijkt op een soort uit het Middellandse Zeegebied, bleek het toch om een andere, nog onbeschreven worm te gaan. Wereldwijd waren 13 soorten bekend uit het genus Protocirrineris. Daar komt nu een 14e bij, beschreven naar materiaal uit ons land. De onderzoekers Ton van Haaren en Marco Lezzi gebruikten bij de wetenschappelijke beschrijving dieren uit de Oosterschelde, het Grevelingen- en het Veerse Meer.

Onderzoek in Nederlandse wateren

In opdracht van Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzoek uitgevoerd naar de samenstelling van benthische levensgemeenschappen in diverse rijkswateren. Dit betreft behalve de Noordzee ook het Grevelingenmeer, het Veerse Meer en de Ooster- en Westerschelde. Met behulp van een Van Veenhapper of box-corer wordt vanaf een schip een hap van de bodem genomen. De inhoud wordt aan dek gespoeld over een zeef en het achtergebleven materiaal wordt geconserveerd en in een laboratorium uitgezocht waarbij de aanwezige fauna wordt gedetermineerd (op naam gebracht). Deze fauna kan bestaan uit allerlei diergroepen, waaronder slangsterren, tweekleppigen, kreeftachtigen en wormen.

Wormen met draadjes

Eén van de grotere groepen mariene (in zout water levende) wormen is de familie der Cirratulidae, oftewel de 'kieuwdraadjeswormen'. Wereldwijd zijn hiervan op dit moment 394 soorten bekend, onderverdeeld in 16 verschillende genera. De verschillende genera en soorten zijn niet altijd even gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Wat ze bijna allemaal wel gemeen hebben, is de aanwezigheid van een grote hoeveelheid tentakels (Latijn: cirri) op de bovenzijde van hun lijf. Uit Nederland zijn tenminste 13 soorten kieuwdraadjeswormen bekend, uit 8 verschillende genera. Een bekende vertegenwoordiger in Nederland is de Rode kieuwdraadjesworm (Cirriformia tentaculata), een soort met opvallend lange, rode kieuwdraden die boven de bodem uitsteken. Over deze in de Oosterschelde inmiddels niet zeldzame worm werd al eens eerder in een natuurbericht gesproken.

Herkenning

De nu ontdekte nieuwe soort heeft kortere en kleinere kieuwdraadjes. Marco Lezzi en Ton van Haaren beschreven deze soort in een onlangs verschenen wetenschappelijk artikel in Taxonomy (MDPI). Ze gaven het dier de wetenschappelijke naam Protocirrineris stormae, waarmee de soort vernoemd werd naar Amy Storm, voormalig teamleider van AquaSense (Amsterdam) en meer dan twintig jaar collega van Ton. Het gaat om een verhoudingsgewijs kleine soort met een lengte van zo’n vier tot zeven millimeter en een doorsnede van ongeveer een halve millimeter (gebaseerd op geconserveerd materiaal). Het dier wordt onder andere gekenmerkt door een stompe kop, platte buik en een bruine kleur. In Nederland komt nog een andere soort kieuwdraadjesworm voor die bruin is en een stompe kop heeft (Dodecaceria concharum), maar daarvan is de buik minder plat en zijn de borstels in het staartstuk uniek stomp van vorm. De Platte kieuwdraadjesworm heeft haren op het gehele lijf maar, in tegenstelling tot veel andere kieuwdraadjeswormen, geen andere afwijkend gevormde borstels. Hierdoor is het dier dan ook vrijwel meteen te onderscheiden van andere kieuwdraadjeswormen.

Platte buik

Juist door de stompe kop, platte buik en alleen de aanwezigheid van haren was het voor de auteurs al vrij snel duidelijk in welk genus ze moesten zoeken (Protocirrineris), al bleef het eerst nog onduidelijk of de worm niet toch tot één van die andere 13 soorten in dit genus behoorde. Dat bleek niet het geval. De plattere buik gaf ook aanleiding voor een onderscheidende Nederlandse naam. Voorgesteld wordt de nieuwe soort voortaan Platte kieuwdraadjesworm te noemen.

Voorlijf van de Platte kieuwdraadjesworm. Goed zichtbaar zijn de stompe neus en de vele haren. Bij conservering breken vaak de kieuwfilamenten en de tentakels af, maar is de aanhechting daarvan nog wel te zien. De aanhechting van het eerste kieuwfilament (1st Br) begint bij deze soort al meteen na de kop en een groepje van tentakels (Tf) zit daartussen

Voorkomen

De Platte kieuwdraadjesworm komt zeker al sinds 2013 in de Nederlandse Delta voor. De eerste officiële waarneming komt uit het Grevelingenmeer, waar deze soort werd verzameld op 27 maart 2013. Niet veel later werden ook exemplaren gevonden in de Oosterschelde (16 september 2013). Bij onderzoek in 2016, 2020 en 2021 bleek pas hoe algemeen de soort in de Delta is. Op dit moment zijn in totaal 108 waarnemingen bekend (tussen 2013 en 2021) uit het Grevelingenmeer, het Veerse Meer en de Oosterschelde. De soort komt daar voor op een diepte variërend van 0,8 tot 44 meter. De dichtheden kunnen oplopen tot ruim 12.000 individuen per vierkante meter. Die hoge dichtheden worden bereikt in zowel de Oosterschelde als in het Grevelingenmeer. In het Veerse Meer worden slechts dichtheden bereikt tot 846 individuen per vierkante meter. Het is opvallend dat het aantal waarnemingen vooral hoog is in het Grevelingenmeer. De soort komt hier in het gehele meer zeer algemeen voor. In de Oosterschelde en het Veerse Meer zijn alleen uit het oostelijke deel waarnemingen bekend. In de Westerschelde zijn geen exemplaren gevonden. De Platte kieuwdraadjesworm lijkt een voorkeur te vertonen voor plaatsen met een redelijk stabiel zoutgehalte en een hoog doorzicht. De dieren kunnen tegen lage zuurstofgehaltes en grotere zomer-winter watertemperatuurverschillen. De Westerschelde is een echt open estuarium met zoetwateraanvoer vanuit de Schelde en daardoor grotere schommelingen in het zoutgehalte. Mogelijk is deze biotoop daardoor voor deze soort minder geschikt.

Plaatsen waar de Platte kieuwdraadjesworm is aangetroffen in de Oosterschelde, het Grevelingenmeer en het Veerse Meer. Positieve waarnemingen zijn aangegeven met een grotere zwarte stip. Op plaatsen gemarkeerd met een kleine grijze stip is wel onderzoek gedaan, maar werd de soort niet gevonden

Aangevoerd, exoot of nooit herkend?

Dat de nieuwe kieuwdraadjesworm pas voor het eerst in 2013 is waargenomen wekt de indruk dat het geen oorspronkelijk inheemse Nederlandse soort is, maar bijvoorbeeld een ingevoerde exoot. Onderzoek van de kieuwdraadjeswormen uit het Deltagebied in de collectie van Naturalis uit de periode 1941 tot 1977 wees uit dat zich hiertussen geen Platte kieuwdraadjeswormen bevinden. Je zou dus kunnen veronderstellen dat Protocirrineris stormae ooit, tenminste tien jaar geleden, is geïntroduceerd. Maar omdat deze groep van wormen nogal lastig te determineren is en je met de determinatiesleutels die vroeger gebruikt werden op andere soorten en genera uitkwam, is het niet ondenkbaar dat ze in het verleden al wel aanwezig waren maar gewoon foutief zijn gedetermineerd. Aan de andere kant is het ook niet ondenkbaar dat het om een inheemse soort gaat die hier voor de Deltawerken nauwelijks zat, omdat het habitat toen minder geschikt was. Vanaf de jaren zestig is er namelijk veel veranderd in de uitwisseling met de zee in het Deltagebied. De Grevelingen (1971) en de Oosterschelde (1986) werden afgesloten en het Veerse Meer werd afgesloten in 1961 en weer aangesloten op de Oosterschelde in 2004. Mogelijk was er indertijd gewoon minder geschikt habitat voor deze worm aanwezig.

Nieuwe Nederlander

Ontdekking van een nieuwe soort in ons land is altijd spannend. Meestal gaat het om soorten die al lang bekend zijn bij de wetenschap, maar zich nieuw bij ons vestigen. Of het gaat om soorten die voor het eerst ontdekt of herkend zijn. Een soort die volledig nieuw is voor de wetenschap is veel meer dan alleen spannend. Dat een soort wordt beschreven aan de hand van Nederlands materiaal en ook nog wordt vernoemd naar een Nederlander is niet alleen spannend, maar ook uniek. Daar mogen we best trots op zijn!

Meer informatie

Tekst: Ton van Haaren en Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON.
Beeld: Ton van Haaren (leadfoto: de nieuw voor de wetenschap beschreven Platte kieuwdraadjesworm Protocirrineris stormae (geconserveerd exemplaar waarbij de meeste tentakels zijn afgebroken)); Marco Lezzi