Natuurjournaal 12 november 2023
Nature TodayVoor blauwe en bruine kiekendieven zit de trek erop. Veel bruine kiekendieven zijn in oktober de Sahara overgestoken en hebben hun warme plekje voor de winter gevonden. Blauwe kiekendieven hebben blijkbaar een heel ander idee van wat een warme winter is. Na een noordelijke zomer in Fenno-Scandinavië en Rusland trekken zij namelijk naar West- en Zuid-Europa, met slechts een enkeling die ook nog de Middellandse Zee overvliegt. Ook een Nederlandse winter is dus prima voor ze: van oktober tot april overwinteren hier enkele honderden ‘blauwe kieken’. Vooral in open gebieden met ruigte en riet in Zeeland, de Wadden, Flevoland, Drenthe, Friesland, Groningen en langs de rivieren. Aan de lichtgrijze mannen dankt deze soort zijn naam. Vrouwen en juvenielen zijn bruin en te herkennen aan de witte staartbasis en gebandeerde staart en vleugels. Vooral in Zeeland moet je goed opletten, want daar willen ’s winters ook nog wel wat bruine kiekendieven rondhangen.
Waarom paddenstoelen vaak van die rare vormen hebben, is een raadsel. Maar dat maakt het zoeken én vinden ervan wel heel interessant. Als je bijvoorbeeld een witte kluifzwam vindt, sta je versteld van de merkwaardige constructie van deze paddenstoel. De holle steel bestaat uit kronkelende lengtestrepen met allerlei rare uitgroeisels. De hoed is nog vreemder, die bestaat uit wat ongeordende lapjes met bobbels en kuilen waar geen logica in zit. De sporen komen overal uit de hoed. Dit merkwaardige geval kan flinke afmetingen bereiken, sommige worden wel twintig centimeter hoog. Ze zijn heel algemeen en je kan ze nu overal in Nederland vinden in loofbossen met een rijke humuslaag.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today & Mike Hirschler, IVN
Foto’s: Piet Munsterman, Saxifraga (leadfoto: blauwe kiekendief); Mike Hirschler