Natuurjournaal 15 september 2023

Veel dieren of planten hebben mooie lange namen. De akkerdistelgalboorvlieg is er zeker een van! Deze is de veroorzaker van vrij grote, soms vijf centimeter, groene bollen aan de stengels van akkerdistels. Met deze naam is het wel meteen duidelijk waar we het over hebben: het zit in een akkerdistel, de ‘dader’ van deze groene bollen is een boorvlieg en het verschijnsel heet een gal. Heel veel boorvliegen hebben hun eigen waardplant, voor deze is dat dus de akkerdistel. De volwassen vlieg is zelf maar net een halve centimeter groot. Ze legt een eitje op de distel en de plant maakt er een mooi huisje omheen. De larve eet van de binnenkant van de gal totdat hij volgend voorjaar volwassen is en uitvliegt, op naar een akkerdistel voor de voortplanting.

De bijzonder gevormde rozengallen kan je vinden in rozenstruiken, vooral diegene waar rozenbottels in voorkomen. Ze heten ook rozenmosgal, bedeguaargal of slaapappel. De gal kan een doorsnee bereiken van vijf centimeter. Deze vervorming op de struik is het gevolg van het feit dat een rozengalwesp, of bedeguaarwesp, een eitje op een tak heeft gelegd, waarna de struik een hard rond flatgebouwtje maakt voor meerdere larven tegelijk. Er wordt wel gezegd dat de gal op een ragebol lijkt. Na verloop van tijd wordt de ragebol bruin. Intussen hebben de larven een mooie schuilplaats en ze eten ook van de binnenkant. Snijd er maar eens eentje open, dan zie je de appartementjes. Overigens is het voor de struik niet schadelijk.

Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN