Hoe komen grauwe kiekendieven de winter door in de Sahel?
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsNiet zomaar wat rondzwerven
Bij grauwe kiekendieven werd lang gedacht dat ze in hun Afrikaanse overwinteringsgebieden min of meer willekeurig rondzwierven, voornamelijk op zoek naar uitbraken van treksprinkhanen. Met het gebruik van zenders bleek echter snel dat de vogels verschillende afgebakende gebieden gebruiken, en ook een opvallende plaatstrouw aan diezelfde set gebieden tussen de jaren hebben. Deze overwinteringsstrategie zou je ‘opeenvolgende plaatstrouw’ kunnen noemen. Dit lijkt een bewuste strategie om gedurende de winter verschillende belangrijke voedselgebieden te benutten.
Drie tot vier vaste winterlocaties
Voor de analyse is gebruikgemaakt van zenderdata van 125 adulte vogels uit het Verenigd Koninkrijk tot en met Belarus, waarvan 33 individuen gedurende twee of meer winters konden worden gevolgd. Deze vogels overwinterden in een gebied in de westelijke en centrale Sahel van maar liefst 3700 kilometer breed. Gemiddeld gebruikten ze daarbij drie tot vier verschillende winterlocaties, zo’n 200 kilometer van elkaar verwijderd. Hierbij waren ze in 75 procent van de gevallen trouw aan dezelfde plekken tussen de winters. Opmerkelijk was dat de laatste winterplek (de locatie waarvandaan ze aan hun voorjaarstrek begonnen) veruit het langst werd gebruikt. Gemiddeld was dit 103 dagen. Op de eerste twee plekken verbleven ze aanzienlijk korter (respectievelijk 33 en 29 dagen). Ook de grootte van het leefgebied en de activiteit (vliegtijd per dag, dagelijkse afstand) piekten op de laatste locatie die de kiekendieven gebruikten.
Voorkeur voor divers habitat
Er is ook gekeken naar de habitatkarakteristieken van de overwinteringsplekken. De eerste locaties die de kiekendieven gebruikten in de noordelijke Sahel waren het meest natuurlijk en schaars begroeid, dit betrof vooral savanne met kale plekken. De zuidelijker gelegen plekken waren gevarieerder met een groter aandeel landbouw. De door de kiekendieven gebruikte locaties hadden een hogere habitatdiversiteit dan willekeurige locaties. We gaan ervan uit dat voedselaanbod daarin de sturende factor is.
Verschillen tussen jaren als gevolg van droogte
Droge of natte jaren hadden ook een duidelijk effect op het gedrag van de vogels. Voor individuen die in meerdere seizoenen konden worden gevolgd, gold dat ze in relatief droge jaren meer kilometers per dag aflegden binnen hetzelfde gebied in vergelijking met relatief groene (natte) jaren. Ze moesten dus beter hun best doen om hun voedsel bij elkaar te scharrelen. Maar nog belangrijker: ze pasten ook hun timing aan. In drogere jaren bleven de vogels korter in hun eerste gebied en verplaatsten zich eerder naar het volgende gebied.
Flexibel laveren binnen vaste patronen
Al met al kunnen we concluderen dat grauwe kiekendieven binnen de context van een strategie van opeenvolgende plaatstrouw zeer trouw zijn aan de locaties die ze in Afrika tussen de jaren gebruiken (ruimtelijke component), maar flexibel zijn in de timing van het gebruik van deze locaties (temporele component). Hierdoor lijken ze voldoende in staat te anticiperen op de jaarlijks verschillende omstandigheden. Deze kennis is van belang bij het doorgronden van de overlevingskansen van grauwe kiekendieven omdat ze meer dan de helft van hun jaarcyclus in de Sahel doorbrengen.
Sahel-special van Ardea
De volledige analyse van de grauwe kiekendief zenderdata is te lezen in een artikel dat recent is verschenen in een speciale editie van Ardea, het tijdschrift van de Nederlandse Ornithologische Unie. Deze Sahel-special is een indrukwekkende bundeling van tientallen jaren veelal pionierend onderzoekswerk van Nederlandse ornithologen in dit voor Europese vogels zeer belangrijke overwinteringsgebied. Het dubbeldikke nummer is los te bestellen voor 35,- (incl. verzending) via NL36INGB0000285522 t.n.v. Nederlandse Ornithologische Unie te Utrecht, onder vermelding van adresgegevens.
Meer informatie
- Zie voor meer informatie het volledige artikel 'On the wintering ecology of Montagu’s Harriers in West Africa: itinerancy in relation to varying annual environmental conditions', geschreven door A.E. Schlaich, V. Bretagnolle, C. Both, B.J. Koks & R.H.G. Klaassen. Het artikel is verschenen in Ardea 111: 321–342, in 2023. Een gratis PDF is te downloaden via de website van de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU).
Tekst: Olaf Klaassen & Almut Schlaich, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Joris van Alphen
Figuur: Schlaich et al. (2023)