Samenleven met wolven in Nederland
ARK Rewilding NederlandComeback van wolf en wildernis
Met een oppervlakte van 41.850 vierkante kilometer groot en een inwonertal van inmiddels meer dan 18 miljoen is het menselijk gebruik van ons kleine land erg intensief. De vraag of er ruimte is voor de wolf, is afhankelijk van het perspectief dat je inneemt: de wolf koos zelf voor Nederland als leefgebied en dus is er volgens het dier voldoende ruimte. Maar de maatschappelijke onrust en telkens terugkerende discussie naar aanleiding van incidenten met gehouden dieren, laat ook zien dat nog niet iedereen daar klaar voor is, of wil zijn. De comeback van wolven past in een rijtje succesvolle terugkomers in de Nederlandse natuur: zeearend, kraanvogel, otter en bever: allemaal waren ze ooit ‘op’ en keerden ze terug na het scheppen van nieuwe ruimte omdat we inzagen dat ’t wel erg karig werd.
De discussie of we de aanwezigheid van de wolf in Nederland wel of niet moeten accepteren, hebben wij samen met de andere Europese landen al 44 jaar geleden beslist. Maar: een roofdier als de wolf waren we hier al een lange tijd niet meer gewend. In landen waar wolven nooit weg zijn geweest, is samenleven met wolven veel vanzelfsprekender. Nederland zit in een gewenningsfase waarin we, net als in ons omringende landen, weer moeten leren samenleven met wolven (en andere wilde dieren).
Waardevolle startmotor van natuurlijke processen
Ecologisch gezien is de komst van wolven een waardevolle toevoeging aan onze natuur. Voor natuurliefhebbers en fotografen is er nu meer te beleven in de natuur. Maar vanzelfsprekend kijkt niet iedereen met een ecologen- of fotografenblik, en feiten en fabels lijken soms lastig van elkaar te onderscheiden. De vraag of er ruimte is voor wolven in ons land wordt regelmatig gesteld, maar het is aan wolven, als inheemse wilde dieren, om dat zelf uit te maken. We delen deze wereld met andere soorten en het past ons om daar rekening mee te houden. Juridisch is het simpel: de wolf is een beschermde diersoort (Verdrag van Bern in 1979, geëffectueerd in 1982), dus of je nu voor of tegen bent, dit toproofdier (toppredator) hoort daar waar hij of zij zelf een leefgebied uitkiest. Net zoals tal van andere wilde soorten dat doen, van koolmees tot slechtvalk en van konijn tot vos. Die strikte bescherming betekent echter niet dat we niks mogen doen. We mogen - sterker nog: moeten - de wolf bij onze eigen dieren vandaan houden. En staat hij er toch tussen, dan mogen we hem verjagen. En doden mogen we een wolf ook, maar dan alleen als hij een direct gevaar voor ons oplevert.
Wolven en de wet
Wanneer een wolf zelf terugkeert naar een gebied, geldt er zowel een wettelijke beschermingsplicht als een monitoringsplicht. De wettelijke bescherming van de wolf is aangewezen als een strikt beschermde soort (Het Verdrag van Bern, Bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn). In de Wet Natuurbescherming is daarom een beschermingsregime opgesteld. Er gelden een aantal duidelijke regels. Het is namelijk verboden om:
- In het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te doden, te vangen of te verstoren;
- De voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van deze dieren te beschadigen of te vernielen;
- Uit het wild afkomstige wolven, dood of levend, in bezit te hebben. Het vervoeren van dode of levende wolven of delen daarvan is ook verboden. Dit is vastgelegd in het CITES-verdrag (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora).
Angst en desinformatie
Er is commotie rondom de terugkeer van de wolf. Vragen zoals wat we kunnen doen om vee en andere dieren te beschermen, maar ook de veel gestelde vraag of er wel genoeg ruimte is voor een roofdier als de wolf. En wat moet je doen als je een wolf tegenkomt? Helaas groeien we op met een beeld van wolven gebaseerd op Roodkapje. Het sprookje is niet op feiten gebaseerd, maar voedt wel onze beeldvorming vanaf een heel jong moment. We worden opgevoed met een onrealistisch angstbeeld.
Sinds de terugkeer van wolven zijn we weer een beetje wakker geschud, want de aanwezigheid van de wolf is iets waar we ons 150 jaar geen zorgen over hoefden te maken. Maatschappelijk gezien heeft de komst van dit dier al voor veel veranderingen en aanpassingen gezorgd: veel schaapskuddes namen hun maatregelen, sommige vierden zelfs dat ze klaar waren voor de terugkeer van wolven. Maar er is ook veel weerstand. De wolf wordt gezien als een dier van de wildernis en volgens velen hoort wildernis hier niet thuis: Nederland zou vooral een cultuurlandschap zijn waarin voor (vormen van) wildernis geen plaats zou zijn. Daarmee wordt eigenlijk verondersteld dat de wolf elders wel thuishoort, maar nooit hier in Nederland. Voor het gemak wordt ook vergeten dat die wilde natuur continue ons cultuurlandschap binnen glipt en de grens tussen beide niet helder te trekken is. Het is een komen en gaan van soorten die proberen hier een bestaan op te bouwen. De ooit bestaande wildernis is door onze invloed verdwenen. We betalen er intussen de rekening voor in de vorm van klimaatverandering, een massaal verlies van biodiversiteit en een onzekere toekomst voor komende generaties. Willen we natuur daadwerkelijk herstellen, dan horen andere diersoorten, van klein en nederig tot imposant, daarin thuis.
Een completer en natuurlijker ecosysteem
Met de komst van de wolf is het ecosysteem weer wat natuurlijker geworden. Een beetje ecosysteem heeft grote roofdieren nodig om allerlei natuurlijke processen aan te zwengelen. Wanneer een toppredator (een groot roofdier) ontbreekt in een ecosysteem, dan zullen grazers zoals herten, reeën, wilde zwijnen en moeflons voor overbegrazing zorgen. Door de afwezigheid van grote roofdieren komt de biodiversiteit van vogels, zoogdieren en ongewervelde dieren in gevaar. Dit heeft ook negatieve gevolgen voor de plantengroei, die dan eenvormiger blijft, of in andere woorden: meer van hetzelfde.
Door de aanwezigheid van wolven in een gebied zullen prooidieren (zoals reeën, herten, hazen, bevers en zwijnen) plekken waar ze gevaar lopen actief vermijden. Wolven zorgen voor een ‘ecology of fear’, zoals dit in jargon wordt genoemd. Hun aanwezigheid heeft impact op de omringende natuur. Jonge boompjes en planten krijgen meer de mogelijkheid om te groeien. Wolven leveren ook kadavers. Deze worden door aaseters benut, die afgelopen eeuw steeds zeldzamer werden. Wolven jagen van nature voornamelijk op de zwakkere, zieke, gewonde en jongere dieren. Ook jaagt de wolf op grotere dieren zoals edelherten. Met hun geweldig goed ontwikkeld reukvermogen, in combinatie met indrukwekkende sociale jachttechnieken kiezen ze voornamelijk oudere en zieke prooien uit: een gezond zwijn of hert kan zich goed verdedigen en levert voor wolven een vermijdbaar risico op verwonding op. De jachtstrategieën van wolven verschillen per leefgebied en ouderlijke familiecultuur. Wolvenpups leren jagen van hun ouders en geven succesvolle technieken door aan hun jongen. Ook de weersomstandigheden en de verdedigingstactieken van hun prooidieren zijn van sterke invloed op het succes van een jachtpartij. Wolven plannen hun aanvallen zo strategisch mogelijk, want wolven zijn efficiënte dieren en ze weten dat het energieverspilling en gevaarlijk is om zomaar zonder plan op een prooi af te rennen. De kunst van een roofdier is om te doden zonder gedood te worden.
Wolven zijn dus ook leveranciers van aas. Kadavers trekken aaseters zoals raven, vos, buizerd en wilde zwijnen, maar ook insecten, bacteriën en schimmels. In kadavers van prooidieren zit een schat aan waardevolle mineralen en sporenelementen die op deze manier weer ‘in omloop’ komen in de natuur. Kalkarme landschappen, zoals de Veluwe, worden van mineralen voorzien door de zware botten van grote kadavers, dit zorgt weer voor een vruchtbare bodem. Van grote kadavers kan het vlees wekenlang voedsel opleveren voor allerlei soorten dieren.
Intelligente opportunist
We hebben sinds de komst kunnen aanschouwen dat wolven ook schapen en ander vee doden. Waarom doen wolven dit? Wolven leven zo efficiënt mogelijk, want waarom zou je kostbare energie onnodig verspillen? Ze eten wat ze makkelijk kunnen pakken. Zodra wolven eenmaal hebben geleerd dat dit makkelijke prooien zijn, zullen ze deze dieren steeds weer als voedsel kiezen. Recent worden er in Nederland ongeveer 250 tot 600 schapen (op een aantal van 800.000) gedood door wolven (wat met goede bescherming véél minder kan zijn). In perspectief: jaarlijks worden ongeveer 600.000 schapen gedood door mensen voor consumptie. De emotionele impact op de eigenaar van gedode dieren is ontegenzeggelijk groot. Wat je in de wei aantreft is geen aangenaam gezicht. Er zijn echter goede manieren om je dieren te beschermen tegen wolven. Helaas zijn er, ondanks dat de wolf nu enkele jaren terug is in Nederland en zich al meer dan 10 jaar daarvoor aankondigde via waarnemingen in Duitsland, nog altijd mensen die geen adequate maatregelen treffen.
In Midden-Europa is het territorium van een wolvenfamilie (roedel) gemiddeld 200 vierkante groot. De wolf is na 150 jaar op eigen kracht weer teruggekeerd naar ons land. De meeste wolven verblijven in natuurgebieden of in een mix van natuur en cultuurlandschap. Maar er zijn ook solitaire wolven die door ons cultuurlandschap trekken. Een solitaire rondzwervende wolf is een jonge wolf op zoek naar een plek waar hij zich kan vestigen. Gevestigde wolven in natuurgebieden (zoals de Veluwe) gebruiken de ruimte, ze leven van prooien als reeën, edelherten, damherten, hazen, konijnen en wilde zwijnen. Door hun groeiende kennis van een gebied worden ze steeds succesvoller in het jagen op wilde prooien en is er minder ‘noodzaak’ (vanuit wolvenperspectief) om gehouden dieren zoals schapen op te zoeken. Als die tenminste adequaat beschermd worden.
Jachtstrategieën
Op grote dieren jagen doen gevestigde wolven in een roedel, dat betekent dat ouders en jaarlingen samen op jacht gaan. Wolven plannen zo’n jacht zeer efficiënt omdat ze weten dat het energieverspilling en gevaarlijk is om zomaar zonder plan op een prooi af te rennen. Dus moeten wolven hun prooien goed observeren, zodat ze zien welk dier zwak is en niet goed in staat is om zich te verdedigen. De jacht is zeer risicovol voor wolven omdat ze gewond kunnen raken; zelfs zo gewond dat ze kunnen overlijden. Wanneer prooien in goede conditie zijn, is het ontzettend moeilijk voor wolven om een geslaagde jacht te hebben. Zeker niet elke jacht is succesvol en wolven eten vaak dagen niet vanwege een ‘gefaalde’ jacht. Dit is een normaal onderdeel van het wolvenleven. Door langdurige observatie van prooien testen wolven niet alleen lichamelijke zwaktepunten, maar ook de mentale gesteldheid van hun prooi. Wanneer een wolf de uitgekozen prooi recht in de ogen aankijkt is het mogelijk dat angst en stress ervoor zorgt dat de prooi van de kudde afbreekt.
Wolven kunnen jagen op prooien die aanzienlijk groter en zwaarder zijn dan zijzelf. Denk aan wisenten, edelherten en elanden. Zonder een slimme jachttactiek is het jagen op prooien van deze grootte gedoemd te mislukken. Wolven kijken tijdens de observatie en aanval niet alleen naar tekenen van zwakte bij een prooidier, ze houden ook de rest van de roedel in de gaten; dit is namelijk belangrijk voor de communicatie onderling en de kans op succes tijdens een aanval. Het succes van de jacht op een prooi is dichtbij wanneer bijvoorbeeld slechts een of twee herten uit een kudde overblijven. Bij een wegrennend hert is de plek pal achter het hert de gevaarlijkste en meest risicovolle positie het voor een wolf. Eén trap kan een wolf namelijk al behoorlijk zwaar verwonden.
Hoe wolven weg te houden van vee
Wolven zijn uiterst intelligente dieren. Daarvan is gebruik te maken door ze te leren dat vee geen prooi is. Wolven afschieten helpt niet: die plek wordt vanzelf door een nieuwe wolf ingevuld, die bovendien níet geleerd heeft dat vee geen prooi is. Om samen te leven, moeten we ze rationeel en realistisch benaderen. Een onderscheid maken tussen feit en fictie is belangrijk om wolvengedrag te begrijpen. Wolven maken bij de jacht een afweging tussen inspanning, opbrengst en risico. Te weinig opbrengst en een hoge inspanning is niet rendabel. Aan de andere kant vormt een grote, fitte prooi een risico en vergt bovendien een flinke inspanning. Helaas zijn onze huisdieren tijdens hun domesticatie veel van hun natuurlijke antipredatorgedrag kwijtgeraakt. Bovendien zijn ze over het algemeen in een goede conditie, wat ze aantrekkelijk maakt als prooi. Effectieve preventieve maatregelen vergroten de inspanning en het risico voor de wolf en verkleinen de opbrengst. Daarbij gaat het niet om het daadwerkelijke risico, maar om de perceptie daarvoor door de wolf zelf. Het doel is immers om het gedrag van wolven te manipuleren zodat deze afzien van een aanval op beschermd vee.
Bescherm vee met effectieve wolfwerende maatregelen
Om wolven van vee weg te houden zijn beproefde technieken beschikbaar. De verschillende hekken kunnen bovendien nog worden voorzien van fladderlinten ('turbo fladry') die een extra afschrikwekkend effect op een onderzoekende wolf hebben.
- Elektrische rasters. Na een eerste pijnlijke ervaring hiermee zorgen wolven er wel voor dat ze zo'n raster nooit meer aanraken.
- Vaste gaasrasters, die deels ingegraven zijn, zodat wolven er niet onderdoor kunnen graven. Dit verhoogt de inspanning zonder dat wolven zicht hebben op succes. Een schrikdraad aan de bovenzijde voorkomt dat een wolf er overheen probeert te klimmen.
- Kuddebeschermingshonden (bijvoorbeeld Pyreneese Berghond, Anatolische Herder, Kangal, Pyrenese Mastiff). Door hun gedrag, houding en geur schrikken ze wolven af. Heeft een wolf desondanks een schaap gedood, dan verstoren de honden de wolf dusdanig dat deze geen kans krijgt om er van te eten. Naast een hoger risico hebben ze dus ook geen opbrengst.
- Ezels en Lama’s. Deze dieren reageren fel op wolven en vallen deze aan. Zijn effectief tegen solitaire, zwervende wolven, maar kansloos tegen een hele roedel.
- Ophokken van vee (’s nachts) in bijvoorbeeld een potstal. De stal moet dan wel echt wolfdicht zijn, want eenmaal binnen is de opbrengst natuurlijk heel groot.
De subsidies voor de aanschaf van preventieve maatregelen verschillen helaas per provincie en zijn vaak ook beschikbaar voor vastgesteld wolvenleefgebied. Ook zijn de provincies zelf verantwoordelijk om subsidieregelingen voor preventieve maatregelen beschikbaar te stellen.
Het is de belangrijk dat wolven een negatieve associatie krijgen met deze preventiemaatregelen. Mocht een wolf bijvoorbeeld een schok van een elektrisch raster krijgen (ten minste een spanning van 4.500 kV en een minimale 1,5 joule impulsenergie), dan zal hij zich snel weer omdraaien op zoek gaan naar een andere prooi. De wolf zal dan de schok associëren met schapen en dus niet terugkeren naar die plek en/of ze als beschikbare prooi zien. Wolven, die voortdurend goed beschermd vee tegenkomen, schakelen volledig over op wilde prooidieren. Bovendien leren ze hun jongen om op wilde prooien te jagen en vee te mijden. Helaas werkt het ook andersom: als wolven leren hoe gemakkelijk het is om op vee te jagen, dan gaan ze zich hierop specialiseren en leren de kneepjes van dat vak ook aan hun nageslacht. Aan ons de keuze, maar samenleven met wolven is een stuk aangenamer met goed beschermd vee en wolven die op wild jagen.
Is er ruimte voor wolven in Nederland?
De natuur is mét wolven beter af. Ze maken natuurgebieden natuurlijker en zijn als top-roofdier de startmotor van waardevolle natuurlijke processen. Of Nederland groot genoeg is voor wolven, bepalen wolven zelf. Door de vestiging van wolvenroedels, die met succes pups grootbrengen, is een overtuigend ‘ja’ bewezen. Aan mensen de taak om verantwoordelijk om te gaan met gehouden dieren, door deze goed te beschermen. Tegen dierziekten, tegen vandalen, tegen wolven en tegen droogte, water en parasieten. Hoe dat kan, is in de film Wolven in Nederland goed gedocumenteerd.
ARK Rewilding Nederland wil, in samenwerking met andere natuurorganisaties, graag meewerken aan het toepassen van kennis en ervaring uit de praktijk die kan helpen om gehouden dieren goed te beschermen. Zodat de natuur weer spannender, wilder en completer kan zijn. Door natuurgebieden natuurlijker te maken en natuurgebieden te vergroten en te verbinden, werken we aan een gezondere toekomst voor Nederland voor álle inwoners, voor nu en in de toekomst. Uiteindelijk zijn we daar ook zelf beter mee af.
Tekst: Saar de Graaf en Leo Linnartz, ARK Rewilding Nederland
Foto's: Cees van Kempen, Ispida Wildlife Productions; Leo Linnartz, ARK, bureau Apis