Nieuwe plantensoort gevonden in Nederland: Potentilla micrantha
FLORONBeschrijving
Potentilla micrantha lijkt sterk op Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis). Beide soorten hebben kleine witte kroonbladen en sterk behaarde bladstelen en bladranden. Potentilla micrantha valt van een afstandje al op doordat deze een roodachtige kleur heeft. Dit komt omdat de basis van de kelkbladen donkerrood gekleurd is. De stengels, bloembodem en bladstelen zijn ook vaak roodachtig aangelopen. Er zijn nog veel meer verschillen: zo heeft Potentilla micrantha zeven tot elf paar spitse tanden langs de bladrand en Aardbeiganzerik vier tot zes paar meer stompe tanden. Ook zijn de helmdraden breder en platter, een opvallend verschil met de priemvormige helmdraden van Aardbeiganzerik. Minder makkelijk te zien is de aanwezigheid van haren op de helmdraden bij Potentilla micrantha (afwezig bij Aardbeiganzerik) en de afwezigheid van uitlopers bij Potentilla micrantha (aanwezig bij Aardbeiganzerik).
Standplaats
Potentilla micrantha heeft een Zuid-Europese verspreiding. Op enkele uitschieters na komt de soort tot in het oosten van Frankrijk en tot in het midden van Duitsland op warme standplaatsen voor, maar de voornaamste verspreiding ligt nog een stuk zuidoostelijker (tot in de Balkan en de Kaukasus). De soort staat er in bosranden van vrij droge eikenbossen en naaldbossen, maar ook op kalkhoudende rotsen en muren. Potentilla micrantha is in Nederland in het stedelijk gebied gevonden, waar het over het algemeen een stuk warmer is dan in het buitengebied. De parkeerplaats en de begraafplaatsen betreffen beide stenige biotopen en worden door bomen overschaduwd. Daarmee lijken deze kunstmatige biotopen qua groeiomstandigheden relatief veel op wilde biotopen van Zuidoost-Europa.
Herkomst en toekomst
Hoe Potentilla micrantha in Nederland terecht is gekomen, is onduidelijk. De soort lijkt niet in de handel te zijn, maar natuurlijke vestiging is onwaarschijnlijk. Nederland ligt erg ver van het wilde verspreidingsgebied vandaan. Mogelijk is hij opzettelijk meegenomen uit het buitenland en op de begraafplaatsen aangeplant. De planten op de parkeerplaats in Nijmegen zijn mogelijk onopzettelijk aangevoerd doordat zaden aan de onderkant van een camper meegenomen zijn van een vakantie in het buitenland.
Op alle drie de locaties is Potentilla micrantha nog steeds aanwezig, dus de soort kan blijkbaar tegen ons klimaat en heeft onze winters en de droge zomers weten te overleven. Op een parkeerplaats in Nijmegen werden in 2014 tien exemplaren gevonden door Gerard Dirkse en Fons Reijerse, maar de soort heeft er weinig mogelijkheid tot uitbreiding. Door gemeentelijk onderhoud van de parkeerplaats kan de soort lastig uitbreiden. Op een begraafplaats in Utrecht trof Wim Vuik in 2019 drie kleine groeiplekken aan van in totaal 25 exemplaren. Op een Groningse begraafplaats zijn dit jaar 35 exemplaren aangetroffen door Guus de Vries. De soort is dus al minstens vanaf 2012 aanwezig en lijkt zich langzaam uit te breiden. Echt invasief lijkt Potentilla micrantha echter niet te worden, maar hij zal de komende jaren goed gemonitord worden. De verwachting is dat de soort de komende jaren op meer plaatsen in Nederland gevonden kan worden (zeker nu men na het lezen van dit natuurbericht alert op Potentilla micrantha is).
Dan nog een Nederlandse naam
Het allerleukste deel van een nieuwe soort is dat je een Nederlandse naam kan bedenken. De wetenschappelijke naam 'micrantha' betekent kleinbloemig. De bloemen zijn echter nauwelijks kleiner dan van Aardbeiganzerik, waardoor we Kleinbloemige ganzerik geen geschikte naam vinden. Vanwege de rode basis van de kelkbladen en de roodachtige bladstelen, krijgt de plant een roodachtige kleur. Daarom stellen wij als Nederlandse naam Rode aardbeiganzerik voor.
Tekst: Niels Eimers en Kim Lotterman, FLORON
Foto's: Niels Eimers