2019 was het ‘Jaar van de wulp’. Dat kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Internationaal luidt al enige tijd de noodklok voor de wulp. In de afgelopen dertig jaar is de stand in Europa zorgwekkend afgenomen. Vooral de afnames in Groot-Brittannië en Ierland, waar bijna een derde deel van de Europese populatie broedt, spelen een grote rol. Het aantal broedparen halveerde er de afgelopen twintig jaar. In Ierland zitten nog amper honderd paren, terwijl dat er dertig jaar geleden nog duizenden waren.
Ook in Nederland gaat het niet goed met de wulp. De soort staat inmiddels op de Rode Lijst voor broedvogels. Oorzaken zijn onder meer een te laag broedsucces in zowel agrarische als natuurgebieden. Regionale studies tonen aan dat wulpen te weinig jongen vliegvlug krijgen om de populatie in stand te houden. Buitenlandse studies wijzen veelal in dezelfde richting.
Extra aandacht
Om beter te begrijpen wat er misgaat, werd de soort tijdens het Jaar van de wulp in de schijnwerpers gezet. Sovon wroette door haar databestanden en werkte alle wulpendata uit. Ook binnen de lopende projecten besteedden Sovon-vrijwilligers extra aandacht aan de wulp. Broedvogeltellers noteerden tijdens het voorjaar het alarmeren van de wulpen secuur, in het najaar en de winter tekenden ganzentellers ook wulpen op de kaart in en slaapplaatstellers gingen er iets vaker op uit om wulpen op slaapplaatsen te tellen.
Het uitpluizen van de wulpendata resulteerde in twee lijvige Limosa-artikelen: eentje over de wulp als broedvogel in Nederland, de andere over de wulp als doortrekker en wintergast. Door enkele wulpenonderzoekers te vragen ook artikelen te schrijven, werd een themanummer wulp al gauw een feit.
Is herstel mogelijk?
In het dubbeldikke themanummer staan de ontwikkelingen van de wulp in Nederland over de afgelopen decennia beschreven; over hoe de natuurgebieden leeg liepen en hoe de wulp daarmee meer en meer een broedvogel van agrarisch gebied werd. Daar kampt de soort, die ruim twee maanden nodig heeft om eieren uit te broeden en jongen vliegvlug te krijgen, met een sterk veranderd boerenland, veel agrarische werkzaamheden, weinig voedsel voor de kuikens en predatie.
In Limosa is te lezen dat op basis van langlopend kleurringonderzoek in West-Overijssel blijkt dat zo’n tachtig procent van de uitgevlogen jongen terugkeert naar de geboortegrond. Indien er voldoende jongen uitvliegen, kunnen lokale populaties daarmee in stand worden gehouden of zelfs groeien. Dat is echter alleen mogelijk als die geboortegrond levensvatbaar is voor de kuikens, met een goed insectenaanbod en voldoende dekking. Zulk boerenland is echter schaars goed.
Meer overwinterende wulpen in Nederland
Buiten het broedseizoen heeft Nederland een internationale verplichting voor de wulp, want 25 tot 50 procent van de wereldpopulatie maakt op enig moment gebruik van Nederland. Het gaat dan vooral om de Waddenzee, waar het merendeel (80 tot 90 procent) verblijft. Opmerkelijk genoeg namen die aantallen tot voor kort juist toe. In het themanummer wordt beschreven dat een gunstige voedselsituatie in de Nederlandse Waddenzee en Delta ervoor zorgt dat de kustwateren van Nederland zowaar nog de enige plekken in West-Europa zijn waar het aantal overwinteraars niet gekelderd is. Met overal krimpende broedpopulaties is dat des te opvallender.
Meer informatie
- Het Limosa themanummer over de wulp is los te verkrijgen in de webwinkel van Sovon. Limosa is het tijdschrift van Sovon Vogelonderzoek Nederland en de Nederlandse Ornithologische Unie. Het blad verschijnt vier keer per jaar en publiceert resultaten van onderzoek, tellingen en waarnemingen van in Nederland voorkomende vogelsoorten. Met enige regelmaat verschijnen er dubbeldikke themanummers van Limosa.
- Zie voor meer informatie de website van Jaar van de wulp.
Tekst: Romke Kleefstra, Sovon Vogelonderzoek Nederland, mede namens de Vogelbescherming
Foto’s: Harvey van Diek (leadfoto: overvliegende wulp)
Figuren: Limosa; Sovon