Natuurjournaal 28 april 2021

Een bijzonder insect met bijzondere eigenschappen: de gewone wolzwever. Wolzwevers lijken op hommels. Dat heet mimicry: het net doen alsof je een ander dier bent. Wolzwevers hebben zelf geen angels en kunnen dus niet steken. Maar als je op een ander lijkt die dat wél kan, ben je toch een beetje beschermd tegen aanvallers. Wolzwevers leggen hun eieren in de nesten van zandbijen. Die zijn momenteel druk bezig met nesten graven. De wolzwever zweeft dan voor het nestgat van de zandbij, slingert er een eitje in en vertrekt. De larve die uit het eitje komt, eet eerst de stuifmeelvoorraad van de jonge zandbij op en daarna de larve van de zandbij zelf. Zie je nu zandbijen, kijk dan ook of je wolzwevers kan vinden.

In de nu nog grotendeels bladerloze berken kan je nu nog heel goed heksenbezems zien. Het zijn slordige bosjes takjes, zomaar ergens in de berk, die ook een vogelnest zouden kunnen zijn. Vroeger dacht men dat een op een bezemsteel vliegende heks een stuurfoutje had gemaakt en op die plek in de berk was neergestort. Men kon het verschijnsel echt niet anders verklaren. Tegenwoordig weten we wel beter. Een heksenbezem is een woekering van kleine takken die meestal wordt veroorzaakt door een schimmel. Sommige berken zitten er helemaal vol mee.

Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN