Hoe gaat het wereldwijd met de libellen?
De VlinderstichtingDe volwassen libellen vliegen rond en zijn eenvoudig te zien en te herkennen. Daar weten we in Nederland dan ook best veel van, hoe zit dat in andere landen? Dit is net in kaart gebracht en gepubliceerd. We vergeten weleens dat de informatie over het voorkomen van planten- en diersoorten in Nederland heel goed is in vergelijking met de meeste andere landen. Er zijn verschillende portals zoals Waarneming.nl, Telmee.nl en Tuintelling.nl, er is een centrale database, de NDFF, en er zijn monitoringprogramma’s voor veel verschillende groepen, de meeste georganiseerd binnen het Netwerk Ecologische Monitoring. Libellen staan in Nederland en België al lang in de belangstelling. Enkele van de oudste boeken over libellen zijn hier verschenen. Later hebben de jeugdbonden, de NJN en JNM, de interesse in libellen bij velen aangewakkerd. Sinds 1999 hebben we zelfs een libellenmeetprogramma en wordt de ontwikkeling jaarlijks bijgehouden.
In een recent artikel in Bioscience, is een wereldwijd overzicht gemaakt van een flink aantal databases met verspreidingsgegevens van libellen.
Voor veel landen is maar erg weinig informatie beschikbaar. Voor Nederland waren er in het najaar van 2019 meer dan drie miljoen libellenwaarnemingen. In het Verenigd Koninkrijk (1,28 miljoen) en Duitsland (1,67 miljoen) is dat al een heel stuk minder, zeker als je bedenkt dat deze landen veel groter zijn dan Nederland. De meeste andere landen hebben nog veel lagere aantallen waarnemingen en dat maakt het lastig om te bepalen hoe het met de libellen gaat. Dit is jammer, zeker omdat dit ook inzicht geeft in hoe het gaat met de zoetwaternatuur in bredere zin. Daarom is er nu een initiatief om met een flink aantal mensen en organisaties die wereldwijd onderzoek aan libellen doen, waaronder De Vlinderstichting, te kijken hoe we dit kunnen verbeteren, wat kunnen we van elkaar leren?
Voor het verzamelen van waarnemingen zijn we afhankelijk van vrijwilligers. Het is onmogelijk om dit met betaalde krachten te doen. Het is dus belangrijk om te zorgen dat het heel gemakkelijk is om goede informatie door te kunnen geven. Hierbij willen we niet alleen de verspreiding kunnen volgen, maar ook veranderingen in aantallen. Daarvoor heb je meer nodig dan alleen waarnemingen. In Nederland hebben we daar monitoringroutes voor, dat is de gouden standaard voor monitoring. Maar in veel landen is het waarschijnlijk niet haalbaar om voldoende monitoringsroutes te hebben. We moeten dus een andere methode ontwikkelen om toch inzicht te krijgen in aantalsveranderingen. Door dit gezamenlijk en gecoördineerd te doen, kunnen we voorkomen dat iedereen opnieuw het wiel uit moet vinden. Niet alleen voor het doorgeven van de waarnemingen, maar ook hoe de data het beste geanalyseerd kunnen worden. De ervaringen die we in Nederland opgedaan hebben, kunnen dan ook bijdragen aan de bescherming van libellen elders.
Meer informatie
Tekst: Roy van Grunsven, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: eight-spotted skimmer (Libellula forensis)); Roy van Grunsven; Antoine van der Heijden