Al meer dan honderd jaar worden er in Nederland vogels gevangen en geringd om gegevens te verzamelen over (veranderende) trek, reproductie en overleving van Nederlandse vogels. Het Vogeltrekstation beheert de ruim 15 miljoen ring- en terugmeldgegevens van deze vogels. De gegevens worden gebruikt voor onderzoek, beleid en bescherming. Het overgrote deel van de gegevens is opgeslagen in een database die het Vogeltrekstation beheert. Onderzoekers uit binnen- en buitenland gebruiken de gegevens om onderzoek mee te doen.
Zonder verleden geen toekomst
Lange tijdreeksen zoals die van het Vogeltrekstation zijn bijzonder waardevol om veranderingen over lange tijdperiodes te kunnen meten en ons begrip van de vaak complexe relaties in de natuur te vergroten. Over decennia kunnen we langzame, maar structurele, veranderingen in de natuur waarnemen die we anders misschien hadden gemist. Deze observaties leveren vervolgens ook weer nieuwe vragen op, die we met behulp van experimenteel onderzoek kunnen bestuderen. Veel ecologisch onderzoek komt op deze manier tot stand: tijdreeksen leggen veranderingen bloot; vervolgstudies tonen aan waarom die veranderingen optreden. De historische datacollecties zijn daarom ook heel belangrijk voor de toekomst.
Gegevens Vogeltrekstation op NLBIF
Een deel van de gegevens van het Vogeltrekstation is beschikbaar op het Netherlands Biodiversity Information Facility (NLBIF). Het betreft informatie van 160 duizend vogels die als nestjong werden geringd in de periode tussen 1911 en 1960, en waarvan de gegevens onlangs aan de database zijn toegevoegd. Hiermee hebben we inzicht in het moment waarop vogels tientallen jaren geleden gingen broeden. Met de gegevens van nu zien we bijvoorbeeld dat door klimaatverandering veel soorten hun eieren een stuk eerder zijn gaan leggen. Door de andere gegevens ook met terugwerkende kracht toe te voegen aan de database van NLBIF wordt langzamerhand een gegevensbestand opgebouwd van duizelingwekkende proporties en mogelijkheden. De historische gegevens maken het mogelijk om over een hele lange termijn te kijken hoe verschillende vogelsoorten reageren op veranderingen in de voorjaarstemperatuur. Aan de hand daarvan kunnen we proberen te voorspellen welke soorten wel in staat zijn zich snel aan te passen en welke niet. Met onder andere de vogelgegevens van het Vogeltrekstation heeft Nederland een belangrijke bijdrage geleverd aan de mijlpaal van inmiddels 1 miljard natuurwaarnemingen wereldwijd in de Global Biodiversity Information Facility.
Honderd jaar met spreeuwen op reis
De spreeuw is een algemene trekvogel waarvan er alleen al in Nederland bijna 600 duizend werden geringd! Toch zien we in ons land, en ook in veel andere Europese landen, steeds minder spreeuwen. De verzamelde ringgegevens verschaffen veel inzicht in de oorzaken van deze achteruitgang. Zo werd op basis van de duizenden terugmeldingen van geringde spreeuwen al becijferd dat met name de overleving van jonge spreeuwen is afgenomen, wat kan duiden op een verslechterde voedselsituatie tijdens de kritieke periode waarin de jonge spreeuwen zelfstandig hun kostje bij elkaar moeten scharrelen. De spreeuw is ook een iconische soort binnen het trekvogelonderzoek. In de jaren vijftig ving Albert Perdeck elfduizend spreeuwen in Nederland tijdens hun najaarstrek. Hij verplaatste ze naar Zwitserland waar ze, voorzien van een metalen vogelring, weer werden losgelaten. Een deel van de vogels werd later teruggemeld. Aan de hand van de terugmeldlocaties kon dit inmiddels klassieke experiment laten zien dat volwassen spreeuwen in staat waren hun locatie te bepalen en hun trekrichting aan te passen, terwijl jonge, onervaren vogels dat niet konden. Op welke manier de volwassen spreeuwen konden navigeren is nog altijd een raadsel! Nu liggen er plannen om het experiment, zestig jaar later, te herhalen met de technologie van vandaag. Hierbij zullen de bewegingen van verplaatste spreeuwen worden gevolgd met de nieuwste zendertechnologieën. Tegelijkertijd worden alle historische gegevens van geringde spreeuwen, waaronder die uit het experiment van Perdeck, ingevoerd en beschikbaar gemaakt via NLBIF. Eind 2019 zullen de gegevens via NLBIF beschikbaar zijn.
Vogeltrekatlas
Naast de gegevens die beschikbaar zijn voor onderzoek in NLBIF, zijn de ringgegevens van alle vogels die ooit geringd zijn in Nederland én teruggemeld zijn ergens op de wereld, in te zien op Vogeltrekatlas.nl. De website is nog niet af: de spreeuw bijvoorbeeld heeft al wel een eigen foto, maar nog geen begeleidende tekst, en we hebben de wens dat bezoekers hun eigen verspreidingskaarten samen kunnen stellen. Help mee met de ontwikkeling aan Vogeltrekatlas.nl door een donatie te doen! Als dank krijgt u een mooie set kaarten, en bij een donatie van €100,- of meer kunt u uw naam laten verschijnen bij een vogelsoort naar keuze.
Heeft u een vogel met een metalen ring gevonden? Draag bij, en ontdek waar uw vogel is geweest. Geef hem door via Griel.nl.
Tekst: Henk van der Jeugd, Jolien Morren en Froukje Rienks, Vogeltrekstation; Hidde Hofhuis, Nature Today
Afbeeldingen: Vincent van der Spek (leadfoto: hand met adulte man gele kwikstaart); Pieter Coehoorn; M. Beijaert; Wender Bil; Eveline van der Jagt en Kim Peterse