Vogels bestrijden processierupsen
Vogelbescherming NederlandDe eikenprocessierups is een bescheiden nachtvlindertje. De vlinder zet flinke clusters met eitjes af op eiken en de rupsen komen daar vrij onschuldig uit, maar ontwikkelen dan een beharing die ze verdedigt tegen rupsenpeuzelaars. Een evolutionair wapen dat hen beschermt tegen de meeste rups-etende roofdieren. De afgelopen jaren is de hoeveelheid overlast die mensen ervaren van de brandharen van de rupsen toegenomen. Gemeenten spannen zich al decennia in om te vuur en te zwaard de eikenprocessierups te bestrijden. Bestrijding gebeurt met chemische (gif) en biologische middelen (zoals aaltjes). Of met flinke stofzuigers. Duur werk dat bovendien voor een flinke collateral damage, nevenschade, zorgt: met name de chemische en biologische bestrijding doodt vrijwel alle rupsen in de (vaak juist heel soortenrijke) eikenbomen. Gif is het slechtst. Het opzuigen is de minst slechte optie, maar dat gaat relatief traag. Beter is het om, preventief, in soortenrijkdom te investeren en alleen daar te bestrijden waar het echt niet anders kan.
Mezen, wespen en vleermuizen
Veel beter en goedkoper is het om de natuur ons een ‘ecosysteemdienst’ te laten bewijzen. Vogels, vleermuizen en sluipwespen kunnen onze partner zijn, mits we een landschap helpen ontstaan waarin deze soorten zich thuis voelen. Aangezien bomen langs wegen niet oud mogen worden (takken zorgen dan voor gevaar) staan er slechts bomen met maar heel weinig nestgelegenheid voor vogels. Ter compensatie kun je zorgen voor grote aantallen nestkasten, waarmee je de holenbroedende rupsenverslinders helpt. Kool- en pimpelmezen, maar ook boomklevers, voeren hun jongen grote aantallen rupsen. Vleermuizen eten de vlinders. Sluipwespen leggen hun eitjes in het lichaam van een rups, waarna de wespenlarf de rups stukje bij beetje opeet.
Complexiteit geeft weerstand
Een soortenrijke, meer natuurlijke leefomgeving helpt te voorkomen dat een soort zó de overhand krijgt. In een gezond ecosysteem, met veel soorten bij elkaar die elkaar ‘in het gareel’ houden, krijgt één soort minder de kans om erg talrijk te worden. Een vlinderrups die opeens algemeen wordt, vestigt de aandacht van roofdieren extra op zich. In het geval van de eikenprocessierups betekent dit dat ook sluipwespen en (kool)mezen zich op de rupsen kunnen storten. Onderzoeken in verschillende Nederlandse gemeenten, waaronder Ede en Rheden, wijst uit dat in een omgeving met een rijke variatie aan wilde planten en diersoorten, de rupsen veel minder talrijk worden dan op plekken waar een ‘monocultuur’ van eiken langs strak gemaaide wegbermen staan.
Rupsenverdelgers
Er is zelfs een vogelsoort, de koekoek, die als geen ander overweg kan met harige rupsen. De meeste vogels eten ze niet graag. Ook koolmezen pakken liever andere rupsen, pas als ze in groten getale aanwezig zijn, loont het voor hen de harige maar gewoon te pakken in plaats van te zoeken naar kleine, kale groene rupsjes. De harige exemplaren worden door de koolmezen ‘gepeld’ en dan over de acht tot soms wel veertien mezenkuikens verdeeld. In twee weken tijd eet een mezenjong zo’n achthonderd rupsen. Dat tikt aan! Niet voor niets hebben fruittelers in mezen allang een bondgenoot gevonden: zij hangen nestkasten op om schade door rupsen met een kwart te kunnen terugdringen.
De eikenprocessierups is onderdeel van onze natuurlijke soortenrijkdom en zal niet verdwijnen, maar de kans is groot dat de ervaren overlast vermindert doordat de nesten kleiner blijven. De overlast voor mensen is dan minder en in het landschap is meer te genieten omdat het bruist van het leven.
Biodiversiteit helpt
Ook met je eigen tuin, balkon of straat kun je een bijdrage leveren aan het vergroten van de rijkdom aan dieren en planten. Hang een nestkast op, een vleermuiskast, een insectenhotel. Haal wat tegels eruit, plant een inheemse besdragende struik. Stop onmiddellijk met alle vormen van gif. Vogelbescherming heeft nog veel meer tips op Mijnvogeltuin.nl
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Arnold van Vliet; Silvia Hellingman