Daan bracht voor zijn stage, voor de opleiding Bos- en Natuurbeheer bij Van Hall Larenstein, de kansrijke leefgebieden voor bedreigde soorten dagvlinders op de Maashorst in kaart. In totaal ging het daarbij om zeven vlindersoorten van schraallanden en heide: aardbeivlinder, bruine vuurvlinder, heideblauwtje, heivlinder, kommavlinder, veldparelmoervlinder en kleine parelmoervlinder. Al deze dagvlinders komen niet meer voor op de Maashorst. De eerste twee soorten zijn zelfs uit heel Noord-Brabant verdwenen. De kleine parelmoervlinder is de enige die zich de afgelopen jaren op de Maashorst heeft laten zien, maar dat is dan ook een mobiele soort die zomaar ergens kan opduiken. Tot blijvende vestiging is het echter nog niet gekomen.
Helpende hand
Het mooie van de Maashorst is dat er een grote oppervlakte geschikt leefgebied is ontstaan, door de ontwikkeling van nieuwe natuur de afgelopen jaren. Voor bedreigde vlinders kan het echter onmogelijk zijn om daar terug te keren, door de grote afstand tot bronpopulaties waar de vlinders vandaan moeten komen. Een geholpen terugkeer is dan een mogelijkheid. Een geslaagde herintroductie gebeurde bijvoorbeeld eerder al met het uiterst zeldzame pimpernelblauwtje bij Den Bosch.
Met een inventarisatie van het aandeel geschikte terreinen in de Maashorst en de aangrenzende heide, zijn de kansen voor het actief terugbrengen van verdwenen vlinders beoordeeld. Hiervoor werden de aanwezigheid van benodigde waardplanten voor de rupsen, nectaraanbod voor de vlinders en de vegetatiestructuur vastgesteld. De droge zomer van 2018 maakte dit soms wel tot een zware klus volgens Daan: “Een van de uitdagingen van dit onderzoek was het veldwerk: de droge en hete zomer leidde tot verhitte tochtjes! Het was wel schrijnend om in de natuurkern van de Maashorst alles dor en droog aan te treffen. Het valt te hopen dat er ook door herstel van de natuurlijke waterhuishouding aan het herstel van dagvlinders in dit prachtige stukje Brabant kan worden bijgedragen!”
Maashorst veelbelovend
Uit het onderzoek komt naar voren dat de Maashorst er veelbelovend uitziet voor een lokale terugkeer van de veldparelmoervlinder en de bruine vuurvlinder. Voor deze soorten wordt nu verder onderzoek gedaan naar onder meer de invloed van extensieve begrazing met natuurlijke dichtheden grote grazers op de Maashorst en in bestaande leefgebieden. De begrazingsintensiteit moet namelijk niet te hoog zijn. Voor de andere vlindersoorten lijkt de oppervlakte kansrijk leefgebied nog te beperkt om nu verdere stappen te ondernemen. Voor aardbeivlinder en heideblauwtje is het bijvoorbeeld allereerst nodig om de waterhuishouding op orde te krijgen. Als ontwatering van dit unieke gebied - met haar zogenaamde wijstgronden, waar langs breuklijnen in de ondergrond het grondwater naar boven komt - verder wordt afgebouwd, krijgen aardbeivlinder en heideblauwtje weer betere kansen. En misschien komt dan op termijn zelfs het gentiaanblauwtje weer voor terugkeer in aanmerking!
Meer informatie
Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting, Melanie Pekel, ARK Natuurontwikkeling en Daan van der Sluis, stagiair Bos- en Natuurbeheer
Foto's: Theo Verstrael (leadfoto: veldparelmoervlinder); Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting; Daan van der Sluis