Oudst bekende schimmel ontdekt
Nederlandse Mycologische VerenigingOudste fossielen van bodembewonende schimmels
Op het eerste gezicht zien de fossielen er onbeduidend uit. Kleine fragmenten van schimmeldraden die korter zijn dan de breedte van een haar. Er zouden er duizenden in het kogeltje van een balpen kunnen passen. Deze landfossielen zijn echter afkomstig uit een bodemlaag van 440 tot 445 miljoen jaar geleden. Tot voor kort ging men er vanuit dat het landleven zich toen nog volledig moest ontwikkelen. Toch zijn dit momenteel de oudst bekende fossielen van een op het land levend organisme.
Deze onlangs ontdekte "microfossielen" worden toegeschreven aan een ondergrondse schimmel die men de naam Tortotubus heeft gegeven. Tortotubus bezat een koordachtige structuur die lijkt op sommige moderne schimmels. Er zijn alleen fossielen bekend van deze koordachtige structuur en niet van andere structuren van Tortotubus. Het is daarom niet duidelijk of er ook paddenstoelen gevormd konden worden zoals we die tegenwoordig kennen. Tortotubus hielp mee aan de ontwikkeling van complexe landplanten en baande daarmee de weg naar een latere ontwikkeling van de eerste landdieren. Door het eerste "rottingsproces" werd de opbouw van rijkere stabielere bodems mogelijk. Hiermee heeft Tortotubus de weg gebaand voor de ontwikkeling van grotere, complexere organismen.
Niet de eerste
De schimmeldraden van Tortotubus moeten door de bodem zijn gegaan op zoek naar voedsel in de vorm van (dood) organisch materiaal. Er moet 440 tot 445 miljoen jaar geleden organisch (dood) materiaal zijn geweest omdat schimmels daar nu eenmaal van afhankelijk zijn. Tortotubus heeft circa 70 miljoen jaar bestaan en verdween toen de eerste bomen en bossen zich hadden gevormd. In die periode heeft deze kleine onopvallende schimmel zijn belangrijke recycling service verricht. Hiermee heeft Tortotubus de weg gebaand naar een rijk ecosysteem in de natuur van die tijd. Waarschijnlijk zou de wereld van nu er zonder Tortotubus heel anders hebben uitgezien.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging