Strandhuis voor de oeverzwaluw
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender op [publicatiedatum]
Hoog water kan voor veel op de grond broedende vogels een bedreiging voor hun kroost vormen. De oeverzwaluw profiteert echter juist van afgekalfde oeverranden om daar zijn nestholtes aan te leggen. Onder de juiste omstandigheden bouwen oeverzwaluwen zelfs hun nest aan de duinenrij, met uitzicht op strand en zee.
Afgelopen weekeinde spoelden tijdens de springvloed, die vergezeld ging van stevige aanlandige wind, heel wat nesten op de waddenzeekwelders weg. Toch kan het hoge water voor oeverzwaluwen (Riparia riparia) gunstig uitpakken. Oeverzwaluwen leggen hun nestholtes namelijk in steile zandhellingen aan, bijvoorbeeld op afgekalfde oeverranden. Op Schiermonnikoog heeft een groep oeverzwaluwen zich zelfs in een afgekalfd duin gevestigd.
Kennelijk bieden de kwelder en het duingebied voldoende insecten voor de vogels. Voor de zwaluwnesten is het een drukte van jewelste, met vaders en moeders die af en aan vliegen met snavels vol insecten. Duinzand lijkt op op het eerste gezicht niet stabiel genoeg om nestholtes in te graven. De dichte laag helmgras biedt op dit duin waarschijnlijk uitkomst. Het zeer uitgebreide stugge wortelnetwerk van het helmgras houdt het zand als een soort wapening bijeen. De steile wand is ontstaan doordat bij zeer hoog water golven het duin afkalfden. Afgelopen weekeinde zorgde de springvloed en wind vooral aan de waddenzeekant voor zeer hoog water, dus liepen de zwaluwnesten nog geen gevaar.
Hoewel de meeste waargenomen oeverzwaluwen in Nederland slechts op doortrek zijn, is de oeverzwaluw in ons land ook als broedvogel te zien. De aantallen broedparen en trekkende exemplaren variëren sterk van jaar tot jaar, en zijn afhankelijk van factoren op hun overwinteringsplaats en hun nestplaats. De overwinteraars in de Sahel kregen zo rond 1984 zware tijden door een door extreme droogte veroorzaakte voedselschaarste. In Nederland hebben kanalisatie van rivieren en beken in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de aantallen doen afnemen. Na een opleving in de jaren negentig, mede veroorzaakt door de stevige overstromingen in ons land, is er de laatste jaren weer een dalende trend in het aantal broedparen te zien, blijkt uit gegevens van SOVON Vogelonderzoek Nederland. Met een vogel die broedt in instabiele zandwanden en overwintert in een van de droogste plekken op aarde is dat ook niet zo gek.
Tekst: Fedor Gassner, De Natuurkalender
Foto's: Fedor Gassner, De Natuurkalender; IVN Vecht & Plassengebied