Bosjes kloppen
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland op dinsdag 22 september 2009
De trektijd is in volle gang. Overal reutelt en piept het van de vogels. Zeker met de fraaie najaarstemperaturen en veel zon van de afgelopen dagen heeft iedereen het naar de zin. Dat geldt ook voor vogels, en vogelaars. Voor vogelaars die van het zogenaamde ‘bosjes-kloppen’ houden, komt de goede tijd er weer aan: na half september en met oostenwind.
Bladkoning |
Speciaal als de wind uit de oosthoek of zuidoosthoek waait, kan het miegelen van zangvogels. Door deze winden worden de trekkende zangvogels als vanzelf naar onze kust geblazen. Omdat zangvogels er een hekel aan hebben om grote stukken over zee te vliegen, vervolgen ze hun weg naar het zuiden dan langs de kustlijn. Dat betekent dus dat het op de Nederlandse Waddeneilanden, maar ook langs de kust tot in Zeeland stikt van de zangvogels. Ze eten zich de buik helemaal vol aan insecten, zaden en vruchten die ze in de struiken kunnen vinden om de volgende nacht weer door te kunnen vliegen.
Als vogelaars zeggen dat ze bosjes gaan kloppen, checken ze zeer zorgvuldig alle struiken en bosjes. Dat nauwkeurig zoeken doen ze dan het liefst op plekken waar maar heel weinig struiken staan, zoals bijvoorbeeld op de Maasvlakte of de noordpunt van Texel. Op die manier is de kans het grootst om er een bijzondere najaarsgast zoals de bladkoning of sperwergrasmus uit te peuren.
Speur ze!
Tekst: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: Charles Lam, Flickr, Creative Commons Attribution ShareAlike 2.0 License