Een goudknopje op Prinsjesdag
FLORONBericht uitgegeven door stichting FLORON op maandag 14 september 2009
Goudknopje wordt pas sinds enkele decennia in Nederland aangetroffen. Het is een late zomer- en herfstbloeier die ook in deze tijd van het jaar in bloei te vinden is. Zo’n gouden knopje past ook wel bij Prinsjesdag.
Goudknopje is een lage eenjarige soort die zijn naam eer aan doet. Op afstand zijn grote groeiplaatsen aan hun goudgele gloed te herkennen, van dichterbij staan de bloemhoofdjes als knopjes tussen het gras. Of misschien zijn het meer knopen, die gele bolvormige schijven op een steeltje. Het plantje heeft wel wat weg van een kleine margriet zonder witte lintbloemen aan de rand en behoort dan ook tot de asterachtigen.
We vinden deze soort vooral in Laag-Nederland, op plaatsen waar de zee haar sporen heeft achtergelaten: het Deltagebied, het Lauwersmeergebied, het Dollardgebied en het gebied rond de voormalige Zuiderzee. Daartoe behoort ook Flevoland waar de soort voor het eerst blijvend werd aangetroffen in 1972, als nieuwkomer voor de Nederlandse flora.
Goudknopje is een pionierplant van brakke tot zilte klei- en veengrond. Vooral plaatsen die ’s winters onder water staan en in de zomer droogvallen zijn geschikte groeiplaatsen voor deze soort. Als de zaden (nootjes) in het late najaar rijp zijn en afvallen, kunnen ze snel kiemen. Tenzij ze onder water liggen. Kiemplantjes overleven onze winters niet, maar zaden kunnen onder water overwinteren en behouden ook daar hun kiemkracht tot de volgende zomer. Komen ze dan droog te liggen, dan zal kieming plaatsvinden op een tijdstip dat verdere groei, bloei en zaadzetting weer mogelijk is. Zo hebben we volgend jaar op Prinsjesdag niet alleen een gouden koets, maar ook weer gouden knopjes.
Tekst en foto’s: Wout van der Slikke, FLORON