De zeemuis is een worm
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door ANEMOON op zaterdag 8 augustus 2009
De zeemuis is een van de meest opmerkelijke mariene wormen van de Nederlandse kust. Er is niet veel fantasie nodig om in dit dicht behaarde dier enige gelijkenis met een muis te herkennen. Deze fraaie worm wordt slechts zelden levend onder water op de Nederlandse kust aangetroffen. Zijn voortbestaan op de Nederlandse kust wordt mogelijk bedreigd door intensieve bodemvisserij. Recent hebben twee Nederlandse sportduikers één exemplaar levend aangetroffen in de Oosterschelde.
De zeemuis komt langs de gehele West-Europese kust voor, van Noorwegen tot in de Middellandse zee. In zanderige bodems wordt hij hier aangetroffen van de getijdezone tot circa 1000 meter diepte. Op sommige plaatsen langs de Britse eilanden en de Franse kust is het een algemeen voorkomende soort. De Nederlandse kust vormt een ideaal habitat voor de zeemuis maar hij wordt hier slechts zelden aangetroffen. Waarschijnlijk is de intensieve bodemvisserij een van de redenen waarom het hier geen algemene soort meer is. Jaarlijks worden slechts kleine aantallen strandvondsten gemeld. En het is zeer uitzonderlijk als er een door sportduikers levend onder water wordt aangetroffen op de Noordzee of in de Zeeuwse Delta.
De zeemuis; de rugzijde is bedekt met slib.
Vrijdag 31 juli 2009 hebben twee sportduikers in de Oosterschelde op een diepte van 12 meter in de buurt van Zierikzee zo’n zeldzaam moment mogen meemaken. Deze foto’s zijn hier het bewijs van.
De buikzijde geeft een beter beeld van het feit dat dit een worm is.
Deze zeeworm behoort tot de groep van de borstelwormen. Hij kan 10 tot 20 centimeter lang worden, tot 6 centimeter breed en circa 4 centimeter hoog. Zijn lichaam bestaat uit ongeveer 40 segmenten met aan de uiteinden stevige borstels. Op zijn rug draagt hij een dikke bekleding van viltige iriserende groen-, blauw- tot koperkleurige haren. De opvallende kleur van de haren ontstaat door oneindig veel inwendige minuscule kristallen die het òpvallend licht reflecteren. Op de bolle rug zitten ook twee rijen van 15 elkaar overlappende schubben maar die zijn door de beharing niet zichtbaar. Vaak zijn de haren bedekt met een dikke laag slib omdat hij het grootste deel van zijn leven in de zeebodem door brengt. Als een mol baant hij zich hier een weg door het slib, waar hij jaagt op andere wormen, zijn voorkeursvoedsel. Maar hij verorbert ook een groot scala aan andere kleine zeediertjes zoals jonge krabbetjes en weekdieren. De wetenschappelijke naam van de zeemuis is Aphrodite aculeata. De geslachtsnaam verwijst naar Aphrodite: de godin van liefde. De dieren zijn van gescheiden geslacht. De zeemuis plant zich geslachtelijk hoofdzakelijk in winter en voorjaar voort.
Detail foto’s van de iriserende haren en de borstels aan de uiteinde van de segmenten.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon