Regen geeft grote paddenstoelen een kans
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op [publicatiedatum]
De blauwplaatstropharia is na de regen van de afgelopen week veel op snipperpaden en snipperhopen te vinden. Waar deze paddenstoel oorspronkelijk vandaan komt, is een raadsel.
Er waren uiteindelijk maar een paar dagen met flink wat regen nodig om de eerste paddenstoelen weer boven de grond te krijgen. Met name champignons en snipperpaddenstoelen doken overal op. Op houtsnippers, verspreid op paden of tussen bomen en struiken, kun je op dit moment een grote paddenstoel tegenkomen. Het is de blauwplaatstropharia (Psilocybe rugosoannulata). De wetenschappelijke naam van deze paddenstoel is in de loop der jaren verschillende malen veranderd en in de volgende namenlijst zal deze ongetwijfeld weer Stropharia rugosoannulata heten. De Nederlandse naam zal gelukkig niet veranderen.
De blauwplaatstropharia is een grote paddenstoel die tot wel twintig centimeter groot kan worden en aan de bovenkant steenrood tot paars aangelopen is. Als je hem omkeert, laten de verrassend blauwe lamellen, die bij ouderdom door het rijpen van de sporen zwart worden, zich zien. Blauwplaatstropahria's zie je vaak in groepen bij elkaar en ze zijn dan ook zeer opvallend.
Deze paddenstoel heeft veel gehad aan de opkomst van de houtversnipperaar. Zo’n vijftig jaar geleden was hij in Nederland waarschijnlijk nog niet aanwezig. De eerste geregistreerde vondst in Nederland stamt uit 1965. Ongeveer rond dezelfde tijd dook hij ook op in andere landen in West-Europa. Een bekend paddenstoelenboek (Pilze der Schweiz) meldt dat de soort waarschijnlijk uit Noord-Amerika is overgekomen en het eerst opdook rond Hamburg en Berlijn. Maar ook in Noord-Amerika wordt getwijfeld of deze paddenstoel daar inheems is, omdat hij ook daar bijna uitsluitend op snippers in parken en tuinen gevonden wordt. Een aantal verwante soorten van de blauwplaatstropharia, die tegenwoordig ook in Nederland op snipperhopen groeien, komt oorspronkelijk uit Australië en wellicht komt ook deze paddenstoel daar oorspronkelijk vandaan. Momenteel wordt hij in Noord- en Zuid-Amerika, Europa en Azië gevonden. In India groeit deze soort zelfs op olifantenmest. Dat laatste is niet zo gek als je weet dat hij in verschillende landen op stro wordt gekweekt als eetbare paddenstoel. Eetbaar, want in tegenstelling tot een aantal andere Psilocybe-soorten bevat deze soort geen hallucinogene stoffen. Dat was een van de redenen om deze soort toch weer te verplaatsen naar het geslacht Stropharia.
Elk jaar komen er nieuwe soorten paddenstoelen ons land binnen. Danzij oplettende amateurs die ze opmerken en ze melden bij de werkgroep paddenstoelenkartering van de Nederlandse Mycologische Vereniging kan, vaak jaren later, geconstateerd worden of deze soorten zich in aantal uitbreiden en of ze zich invasief gaan gedragen. Doordat er wereldwijd veel te weinig, vooral oudere, verspreidingsgegevens van de blauwplaatstropharia zijn, zal waarschijnlijk nooit meer duidelijk worden waar deze paddenstoel oorspronkelijk vandaan komt.
Tekst: en foto Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging