Als harig rozet de winter door
FLORONBericht uitgegeven door stichting FLORON op maandag 1 februari 2010
Voor het merendeel van de planten is de winter een moeilijke periode. Om dit seizoen door te komen hebben zij zich op allerlei manieren aangepast. De meeste planten in Nederland worden tot de hemikryptofyten gerekend. Aan de hand van Muizenoor wordt uitgelegd welke strategie deze planten hanteren om te overwinteren.
Over grote oppervlaktes van de wereld hebben planten te maken met gunstige en ongunstige periodes. Een dergelijke periode kan bepaald worden door kou, extreme warmte of droogte. In Nederland is voor verreweg de meeste planten de winter de moeilijke periode; voor een klein aantal de zomer. Om de moeilijke periode goed door te komen hebben planten zich op allerlei manieren aangepast. We spreken dan van adaptaties. De bekendste adaptaties zien we in de zogenaamde ‘levensvormen’. In diverse natuurberichten gaat FLORON in op verschillende levensvormen en -strategieën. Deze keer Muizenoor als voorbeeld van de hemikryptofyten.
Bij de indeling naar levensvorm rekenen we de meeste planten in onze streken tot hemikryptofyten, letterlijk 'half verborgen planten'. Ze hebben hun winterknoppen net op of onder de grond, vandaar de term ‘half verscholen’. Winterknoppen zijn de plekken waar zich het delend weefsel van de plant bevindt. Dit is dus de plek waar de plant in het voorjaar weer uit kan groeien. De winterknoppen bevatten doorgaans veel suikers waardoor ze beter tegen vorst bestand zijn. Bij hemikryptofyten biedt ook de meer tegen kou beschutte plek van de winterknoppen - net in de grond of net boven het grondoppervlak in de strooisellaag of onder een isolerende sneeuwlaag - bescherming.
Muizenoor (Hieracium pilosella) is zo’n hemikryptofyt. Bij deze plant (en veel andere soorten) overwinteren niet alleen de winterknoppen, maar ook een rozet van bladeren aan het grondoppervlak. We vinden Muizenoor op tal van open grazige plaatsen bijvoorbeeld in de duinen en op oude kerkhoven. De bovenzijde van het blad is bezet met lange haren. Deze vormen een opvallend kenmerk, waaraan we Muizenoor ook in de winterperiode goed kunnen herkennen. De onderkant van het blad is ook behaard, maar dan met korte vertakte stervormige haren. Die zitten zo dicht aaneengesloten dat het een witviltige laag oplevert die zonlicht weerkaatst. Ook dit is een aanpassing aan extreme omstandigheden, ditmaal tegen overmatige zonnestraling in de zomer. Door in die situatie de onderkant van het blad naar boven te draaien neemt de plant minder warmte op en beschermt zich zo tegen uitdroging. Maar voor het zover is, moeten de Muizenoren nu eerst maar met hun winterknoppen het voorjaar zien te halen.
Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON