Vlinderbezoek uit het zuiden
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Gedurende de zomer trekken er vele honderdduizenden Nederlanders naar zuidelijker streken. In Frankrijk en Spanje zoeken ze zon en warmte. Maar er komen ook zuiderlingen richting Nederland, zoals oleanderpijlstaart, die dit jaar tot in Vlaanderen is gekomen, en geraniumblauwtje.
Werner Oeyen ontdekte de oleanderpijlstaart in Oostende en meldde dat enthousiast op Facebook. Het is een zeer zeldzame trekvlinder uit subtropische gebieden die zelden in België en Nederland wordt gezien. In Nederland werd zowel in 1995 als in 1996 één exemplaar waargenomen, maar vermoedelijk waren deze afkomstig uit een plantenkweek of van vlinderkwekers. In 2004 werden twee exemplaren waargenomen, één in Friesland en één in Limburg.
Het is een vlinder die houdt van zeer warme open plaatsen, zoals met struiken begroeide hellingen. De waardplant waarop de rupsen leven is uiteraard oleander, maar in gevangenschap worden ook maagdenpalm en liguster door de rupsen gegeten. De vlinders foerageren in het donker in vlucht op buisvormige bloemen zoals kamperfoelie en siertabak. De soort is niet in staat om in België en Nederland te overwinteren.
Een andere zuiderling is het geraniumblauwtje. Deze werd op 27 augustus gemeld op Waarneming.nl door Frank van der Putte. Hij zag en fotografeerde het blauwtje bij een volkstuincomplex in Middelburg. Het geraniumblauwtje komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika, maar is eind jaren 80 van de vorige eeuw op Mallorca verschenen en heeft zich bijna plaagvormig uitgebreid langs de hele Middellandse Zeekust. In dorpjes daar worden de geraniums in de bloembakken aangevreten en de geraniumkwekerijen ondervinden ook veel schade. Af en toe komen er geraniumblauwtjes naar ons land en bijvoorbeeld in 2003 hebben ze zich hier ook voortgeplant. In Beek (Limburg) en Heesch (Noord-Brabant) zijn toen eitjes, rupsen en poppen gevonden en ook de nieuwe vlinders zijn er gezien. De waarneming in Middelburg is dit jaar de eerste, maar de soort kan nog tot in oktober worden gezien. Ook deze soort kan hier de winter niet overleven.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Werner Oeyen; Frank van der Putte